92 HEEMSCHUT tot 12 M. te brengen komen heele perceelen in den openbaren weg. Zulk een huis dient de Gemeente in eigendom te verkrijgen en af te breken. Reeds hebben eenige gevallen zich voorgedaan dat in de straten een huis vernieuwd moest worden en het nieuwe huis in de nieuwe rooilijn moest komen, eenige meters achteruit. Dat verliep heel soepel. Eerstens door de diepe bouwblokken die het onbelangrijk maken of men een beetje achteruit gaat, doch vooral door de Brabantsche goedmoedigheid en 't welbegrepen belang waarbij winstbejag op den achtergrond raakt. Het vrijkomende stukje werd voor een matig bedrag aan de Gemeente overgedaan. Door het gebruik ontstond daarvoor vanzelf een tarief per M2. Op een enkele pjek wordt van een perceel een zoodanig stuk afgesneden, dat bij afbraak van het huis zoo weinig overschiet dat daar geen huis op gebouwd kan worden. Voor deze gevallen zal een schadevergoeding vastgesteld moeten worden, hetgeen echter nog niet voorgekomen is. Achtergevelrooilijnen. Bij de bestudeering van de kaarten bleek ras dat in de groote bouw blokken, vooral het blok tusschen de Lind en de spoorbaan, allerlei ongerechtigheden waren. Langs een binnenpaadje waren arbeiderswoningen gebouwd op de achtererven der huizen. Op andere terreinen was het voorgekomen dat een huis tot sigarenfabriek werd en bij vooruitgang van 't bedrijf in den tuin een kistvormig bouwwerk erbij gemaakt werd en daarachter nog een. Dit was mogelijk bij bouwterreinen van meer dan 100 M. diep. Om dit euvel te beteugelen werden achtergevelrooilijnen ontworpen, waarbij een forsche bebouwde diepte van soms wel 40 M. als maximum werd aangenomen om het overblijvende open te houden. Bij de behandeling van het uitbreidingsplan zijn deze achtergevelrooilijnen echter niet vastgesteld. De greep was al groot en moeilijk genoeg-achtergevelrooilijnen in bestaande bebouwing kunnen altijd nog geregeld worden. Wel werden achtergevelrooilijnen vastgesteld voor de hierna te noemen nieuwe bouwblokken, de eigenlijke uitbreiding. Het euvel der teveel volbouwde bouwblokken is nog niet van dien aard dat dit kwaad kan. De kleine woninkjes kunnen wanneer ze versleten zijn of onbewoonbaar verklaard worden, toch niet weer opgebouwd worden omdat-ze niet aan den openbaren weg liggen. Rest het geval van den fabrikant die achter zijn huis zijn fabriek wil uitbreiden; dit is slechts een enkele keer voorkomend geval waarbij ook nog andere factoren van belang zijn. Wijze van bebouwing. In de geheele bebouwde kom is gesloten bebouwing toegestaan. Dit was feitelijk al reeds zoo behoudens dat hier en daar een tuin aan den weg ligt of een ruimte tusschen de huizen is om de groote achterterreinen te bereiken. Op dergelijke plekken kan men bezwaarlijk een bouwverbod leggen en ze zullen ook niet zoo snel volgebouwd worden. De hoogte der bebouwing is niet geregeld. Dit is niet noodig. De huizen maakt met niet zoo hoog dat ze hinderlijk zijn voor den overbuurman. De enkeling die een buitensporig hoog huis wil bouwen krijgt een afwijzende beschikking, krijgt geen bouwvergunning op aesthetische gronden, ingevolge de welstandsbepaling in de bouwverordening. (Wordt vervolgd.) A. A. KOK, architect. Gemeentearchief Oisterwijk in het Raadhuis. Charter van 1230, confirmatie van Aartshertog ALBERTUS en van ISABELLA. 2) Reproductie van het eerste en laatste blad dezer merkwaardige akte in het Jaarverslag 1930 der Gem Oisterwijk- 3) A. HUYBERS, Oud-Oisterwijk. 4/ J. CUNEN, Geschiedenis van Oss, 1932. Plattegrond dier vesting blz. 33 5) Jaarverslag der Gemeente Oisterwijk, in de jaren 1925 1930 jaarlijks geïllustreerd verschenen, daarvoor en daarna volgens de voorschriften 5-jaarhjks.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1935 | | pagina 16