HEEMSCHUT 37 zijn bewaard en die in vele gevallen trotsche herinneringen aan den bevrijdingsoorlog tegen de Spanjaarden zijn. Een nuttige, niet het minst voor den Zweedschen toestand ten voorbeeld strekkende en interessante taak heeft de permanente commissie „De Weg in het Landschap" (W.I.L.). Holland heeft een bizonder rijk ontwikkeld verkeerswezen dat natuurlijk in onze dagen aan een intensieve vernieuwing en uitbreiding onderworpen wordt. Wij, in Zweden, die onder de afgeloopen tienjaars periode van hoogconjunctuur en een bizonder diepe depressie zoovele oude mooie wegen hebben zien bederven, kunnen begrijpen dat iets dergelijks in Holland is geschied, maar men legt daar nieuwe wegen aan in een uitgebreidheid en met een overdaad, waarvan wij trots alles de weerga niet kunnen toonen. De oude wegen, in den regel met heerlijke honderdjarige boomen omzoomd, worden in de meeste gevallen als cultuurmonumenten van onmisbare waarde beschouwd en als zoodanig beschermd. De nieuwe wegen moeten een nieuw terrein zoeken en het is een uiterst strenge eisch die hun wordt gesteld, dat zij er rustig, aantrekkelijk, waardig zullen uitzien en het landschapskarakter niet zullen verstoren of te zeer op den voorgrond treden. Het kan misschien lijken dat de aesthetische gezichtspunten vóór de praktische gaan, maar daarvoor is geen gevaar, want dit doelbewuste moderne verkeerssysteem en deze prachtige, rechte, breede, natuurlijk loopende betonnen Hollandsche autowegen zijn over het heele continent te zoeken. Men zegt zelfs dat er langs de nieuwe wegen geregelde boomenrijen zullen worden geplant die in de toekomst een prachtige omlijsting van deze imposante chaussées zullen vormen. En waar men ook rijdt, speurt men tevergeefs naar afvalhoopen, ontsierende overblijfsels van wegenbouw, ook naar de reuze- schilden en reclameborden die zoo menig Zweedsch landschap schenden. En komt men in de duinen of in de bosschen dan ziet men modernen wegenaanleg, die niet anders dan kunstwerken genoemd kunnen worden, zóó welberekend en omzichtig zijn zij aan het terrein en het landschapsmilieu aangepast, dat steeds in schilderachtig aspect en grootsch perspectief zijn meest voordeelige zijden vertoont. Wat boven gezegd is van de wegen in het landschap, kan ook toegepast worden op het gebouw in zijn milieu. Hetzelfde gevoel voor maat, dezelfde fijngevoeligheid karakteriseeren de meeste van de hoogst levendige Hollandsche bouwwerken van heden. De Hollander kan, als bekend, het minst van allen fantastisch en verkwistend genoemd worden, hij is een pro zaïsch, nuchter, voorzichtig en spaarzaam werkelijkheidsmensch, maar in zijn ingeboren, sedert generaties overgeërfde gevoel voor schoonheids- en traditiewaarden handelt hij dikwijls volgens principes die door den zoogenaamd praktischen man bij ons zonder twijfel hoonend als romantische grillen, sentimentaliteit en het ergst van al, verkwisting van duur geld genoemd zouden worden. Misschien komt het daarvan, dat hij rekent met waarden, die niet in de nu geldende, niet te zeer te vertrouwen valuta omgezet kunnen worden? Ik zal U een voorbeeld aanhalen. In Haarlem is een oude mooie torenpoort uit 1500, tezamen met de cathedraal en het Frans Halsmuseum de trots van de stad. Daar is nu iets gebeurd, wat niet alleen door de Haarlemmers, maar een goed deel van de bevolking in het heele land bijna als een nationale ramp wordt beschouwd. Een paar honderd meter van de torenpoort is een groote en leelijke gashouder opgericht. Binnen den toren of in de straten van de stad ziet men hem nauwelijks, maar buiten de stad merkt men van alle gezichtspunten op hoe de gashouder groeit en groeit, het silhouet beheerscht en de schilderachtige torenpoort met zijn kleine spitse torentjes totaal kapot slaat. Over dit vandalisme is men nu in heel Holland uiterst verstoord. De meening heeft veld gewonnen dat in den een of anderen donkeren nacht de gashouder wel in de lucht gevlogen zou zijn als daar niet het gevaar was geweest dat

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1935 | | pagina 7