Ï£U. HEEMSCHUT IS
MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
DE ALGEMEENE VERGADERING
WAT HEEMSCHUT'S AANDACHT HAD
BESCHERMVROUWE: H. M. DE KONINGIN
De Algemeene Vergadering zal door verschillende omstandigheden dit jaar wat later gehouden
worden dan vorige jaren en dan aanvankelijk de bedoeling was. Gedacht is thans Zaterdag
6 Juli. Plan is in 't Gooi bijeen te komen. Ruim van tevoren zullen de leden bericht ontvangen
van de dagverdeeling.
De molens blijft een moeilijke zaak. Terwijl slag op slag berichten komen van molens die
behouden blijven door technische verbeteringen, komen tevens tallooze berichten van molens
die afgebroken worden. Een molen die eenmaal weg is, is verloren voor altijd, 't Gaat er dus
veelal slechts om ze voorloopig vast te houden tot de techniek nog wat verder gevorderd is
en tot meer menschen begrijpen waar 't om gaat, niet alleen de schoonheid in 't landschap
doch ook het behoud van een deugdelijk werktuig met kostelooze krachtbron, de wind. De
molen de Valk te Leiden, gelegen op een bolwerk waar vlak langs de groote weg komt,
maakt een slechte kans, doch blijft nog wel even. De molen de Stier te Leiden, Gemeente-
bezit, gaat weg. De kop is er al af. Voor één duizend gulden was de molen te behouden
geweest, doch als nutteloos ding, buiten gebruik. Niettemin hadden we daar de voorkeur
aan gegeven, want hoe dikwijls gebeurde het niet, dat een oude molen wederom in gebruik
genomen werd. Trouwens iets dat niet bepaald meer noodig is behoeft nog niet weg. De
Jan Roodenpoortstoren en Haringpakkerstoren werden omstreeks 1830 afgebroken, omdat ze
voor tijdsaanwijzing niet meer noodig waren. Dat doen we nu ook niet meer. De Doesburger
molen te Ede blijft behouden door betoonde energie van plaatselijke belangstellenden. Daar
moet 't heen, dat niet oude molens en gevels en nog meer alleen beschermd worden door
Amsterdamsche Vereenigingen, doch dat plaatsgenooten dat zelf doen. Als blijk van waar
deering gaf Heemschut uit de schrale kas een kleine bijdrage.
Aan de tentoonstelling Mooi Nederland deed Heemschut mee, maakte een „stand" in gezelschap
van Natuurmonumenten, K.N.A.C. en A.N.W.B. Feitelijk hoorden we daar niet, want't was
grootendeels reclame. Reclame van villapark-exploitatie, die de natuur bederven en vol huisjes
zetten. Reclame van auto's, schoenen en rijwielen. Friesland kwam uit met een levering
namaak Hindelooper spullen, minzaam te koop aangeboden door een jodinnetje in Friesch
costuum; dat was niet beleefd want de Friezinnen dragen ook geen scherp gescheiden zwarte
pruik. Bad Boekelo kwam uit met een reclame omdat 't zoo mooi was en Bad Velserend
omdat 't er nog niet was; en de juffrouw van Boekelo vroeg waar Heemschut lag; dat was
niet gek want ook niet elk Nederlander weet waar Boekelo ligt. En 's avonds was 't er feest.
Dat was soms wel aardig. Zeeuwen, Friezen, Markers, Brabanders, goeddeels echt, zongen
en dansten en de klompen deden opgeld. Doch alles werd overdonderd door de luidspiekers
die zoo best waren, dat ze de tentoonstelling leegbhezen en alle toelichting tegelijk onmogelijk
en overbodig maakten. Niettemin zullen weder eenige honderden Nederlanders iets van de
Heemschutgedachte, de strijd voor het behoud der schoonheid, hebben meegedragen.