HEEMSCHUT 23 bij de verkrijging der panden niet zichtbaar waren. Juist dit inwendige is zoo belangrijk want het is de constructie van het huis in al zijn onderdeden. Men ziet erin den groei van het houten huis tot dat met baksteenen muren die dun blijven als aandenken aan 't planken schot. Wie weet dat er in 't huisje te Enkhuizen aan de Breedstraat 283 een voorbeeld is van een stookplaats op den vloer met raveelgat in de zoldering nog wel met snijwerk gesierd, een voorlooper van de schouw. Welk een merkwaardig bouwwerk is het oude Raadhuisje te Elburg, nu nog een onooglijk verblijf waar mensch en geit als in de Arke tezamen wonen, doch dat in zich verbergt een zeer vroeg stadhuis-type zooals er in grooter formaat enkele voorbeelden in Nederland zijn. Wat de Vereeniging Hendrick de Keyser als pionierswerk begon, is bezig gemeengoed te worden. Een handelszaak die zich aan de grachten wil vestigen geeft reeds de voorkeur aan een ouden gevel boven een stijlloozen en laat den timmerman glasroeden in de groote ruiten maken, op gevaar dat deze door dien timmerman in onwetendheid te dik of fout van verhouding gemaakt worden. Doch de kern der zaak de eerbied voor oude bouwkunst is daarbij 't belangrijkste. Men is gaan begrijpen dat de schoonheid der Nederlandsche steden iets eigens heeft, dat men in eere dient te houden. Niettemin zijn de bouwkundige vakbladen nog steeds grootendeels gevuld met werk van buitenlanders, van internationale nieuwe zakelijkheid of wat daarop gelijkt alsof er geen Nederlandsche bouwkunst meer bestond, nog gezwegen van gewestelijke of plaatselijke variatiën. Laten degenen die op 't internationale verzot zijn deze uitingen desnoods botvieren in de nieuwe wijken, doch niet in de kernen der oude steden. De Amsterdamsche Schoonheids commissie Centrum heeft ten deze een moeilijke taak, doch gaat rustig haar weg en de resultaten zijn reeds alom te zien. Men diene haar geen verwijt toe wanneer ergens een reeds gesloopte halsgevel weer gebruikt wordt; die geveltop is als huissilhouet in de eene straat even fraai als in de andere en is als historiestuk netjes opgeborgen. Het systeem dat te Amsterdam thans gevolgd wordt en allicht elders navolging zal vinden betreft feitelijk de restauratie van het geheele stadsgezicht dat in zijn wezen hetzelfde is als de restauratie van een gevel of een huis, te weten opruimen wat leelijk is, bewaren wat goed is, goed maken wat nieuw komt, harmonieus aansluitend bij de omgeving, waarbij de schaal weder een belangrijke rol vervult. Dit alles heeft de Vereeniging Hendrick de Keyser wel niet alleen gedaan, doch zij droeg er veel aan bij. Twee jaar geleden werd te Athene gehouden la Conférence internationale d'experts pour la protection et la conservation des monuments d'art et d'histoire. Dat ging uit van den Volkenbond, van het Office international des Musées. Daar waren 24 natiën vertegen woordigd, van elk waren enkele personen genoodigd. Alle denkbare gezichtspunten van het bewaren en restaureeren werden daar naar voren gebracht. Nederland kwam daar met de architectonische kleurige klein-kunst ietwat afzonderlijk voor den dag. In het boek dat naar aanleiding van dit Congres verscheen, „La conservation des Monuments d'art et d'histoire" is bij het matig getal afbeeldingen een prentje van vóór en na de restauratie van het huis N. Z. Voorburgwal 264, eigendom der Vereeniging Hendrick de Keyser te Amsterdam. De Congresvoorzitter, de Belgische Oud-Minister M. JULES DESTRÉE, leidde meesterlijk de vergaderingen. Hij hield bij de slotbijeenkomst een uitgebreide rede, waarin hij vooral naar voren bracht dat, wat ook aan de monumenten gedaan werd, in de eerste plaats gedacht moest worden aan de schoonheid en sloot met: Mesdames, Messieurs, Premièrement la beauté!. Moge deze uitspraak, Premièrement la beauté, vóór alles de schoonheid, blijven gelden bij het restaureeren van oude bouwwerken in Nederland, ook bij die van de Vereeniging Hendrick de Keyser. Amsterdam, Maart 1935. A. A. KOK, Architect. Hierna volgde een serie lichtbeelden, waarin het schoonheidselement bij het restaureeren van oude bouwwerken naar voren gebracht wordt; verwijderen van pleister, slechte en goede voorbeelden van venstervormen, stoepen, de vensters in verband met de schaal der architectuur, de kleur, het gebouw met de omgeving, het geheele stadsgezicht, vooral Amsterdamsche voorbeelden.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1935 | | pagina 9