HEEMSCHUT 11 Hierna ontrolde zich het schitterende Hollandsche polderlandschap aan de ge- noodigden, die per open motorschuit naar den molen gevaren werden. Ondertus- schen werd het gezelschap, waaronder vele Ingenieurs, Hoogheemraden, Water schapsbesturen en autoritei ten gefilmd door de Polygoon en de Profilti Mij., die deze gebeurtenis voor hun film journaal vastlegden. Aan de Wijde Aa kwam in zicht de pas gebouwde windmolen met zijn prachtige lijnen en forsche vormen. Nadat de heer SCHAMINEE voor de microfoon nog eenige woor den had gesproken stelde mevr. BODDENS HOSANG op verzoek van het Polderbestuur den molen in werking, waarmede de plechtigheid was beëindigd. De herbouw van dezen molen is voor de actieve Vereeniging de Hollandsche Molen een mijlpaal op den zoo moeilijken weg tot molenbehoud en opent gelukkige perspectieven voor de toekomst. Voor hen die belangstelling hebben voor technische gegevens zijn deze hier onder vermeld. De Veenderpolder is groot 185 H.A. en bestaat, -met uitzondering van enkele perceelen bouw- en tuinland, geheel uit grasland. De opvoerhoogte bedraagt 4,50 M., bij hoogen boezemstand en lagen polderwaterstand zelfs 5,00 M. Na vooraf te zijn versterkt met heiwerk en gewapend-betonconstructie, is op den bestaanden onderbouw de nieuwe molen opgetrokken in metselwerk. De draaibare kap van eikenhout rust op ijzeren kruiwerk en is met roodkoper afgedekt. De Pot-roeden hebben een lengte van 28 M. (100 voet) en zijn stroomlijnvormig bekleed volgens het bekende DEKKER-patent; de oppervlakte der wieken bedraagt 110 M2i D.e ashoogte is 14,50 M. De wieken-as rust aan het kop-einde op een bronzen kussenblok; terwijl de einddruk in een stalen taats wordt opgenomen. De overbrenging geschiedt door houten tandraderen met azijnhouten tanden en palmhouten staven. De omwentelingen van de wieken-as verhouden zich tot die van de vijzel-as als 1 2'/4. De afmetingen van de vijzel zijn: balklengte 12,30 M., schroeflengte 10,20 M., diameter 1,50 M., spoed 1,50 M., (drie schroefgangen), balkdikte 50 cM.uitvoering geheel in ijzer. De vijzel-as loopt aan het boven-eind op kogels en aan het beneden-eind in waterdichte taats. Het waterverzet van de vijzel is naar gelang van de wiekensnelheid tusschen 20 en 50 M3. per minuut. De wieken ontwikkelen bij windsnelheid 3 M. per sec. 9 MPK., bij 4 M. per sec. 18 MPK., bij 5 M. per sec. 34 MPK., bij 6 M. per sec. 56 MPK., bij 7 M. per sec. 88 MPK., bij 8 M. per sec. 125 MPK., bij 9 M. per sec. 167 MPK. en bij 10 M. per sec. 215 MPK. (molen-paarde- krachten). Bij windsnelheid 7 M. per sec. moet reeds door zwichten of reeven der zeilen het MOLEN TE WOUBRUGGE, FEESTELIJK IN GEBRUIK GESTELD, 10 DECEMBER 1934

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1935 | | pagina 5