VAN MOLENSLOOP TOT MOLENOPBOUW 10 HEEMSCHUT In 1926 besloten de Ingelanden van den Veenderpolder te Woubrugge om in verband met de verzwaarde eischen van den landbouw en weideteelt den windmolen, die sedert 1832 hun polder bemalen had, te vervangen door een motorische bemaling. De oude windmolen met zijn geweldige kracht had het nadeel slechts bij sterken wind te werken; men zocht daarom naar een even sterk doch minder wispel turig en meer bedrijfzeker bemalingsinstrument. De oplossing zocht men in dit geval in een ruwoliegemaal van 60 P.K., die de nog goe'd werkende vijzel in beweging zou brengen. De molen werd van kap en wieken ontdaan en verminkt tot een leelijk bouwwerk. Op deze wijze dacht men de zaak practisch en economisch te hebben opgelost. Echter bleek het dat men de geweldige kracht van den ouden molen had onderschat en dat men de motorische bemaling te licht had ontworpen. Het resultaat hiervan was wel dat de polder goed droog bleef doch ten koste van den motor en van de ingelanden. De kosten der olie stegen en wat erger was de herstellingskosten van den motor gingen mede omhoog. In 1933 had men reeds aan herstelkosten alleen een kleine f2000.terwijl men voor 1934 voor die post f 1300.kon uittrekken. Zoo voortgaande zou men den polder van circa 180 H.A. wel steeds droog,doch ook de ingelanden steeds armer malen. Een uitweg moest gezocht worden. Men had de keus tusschen een motorische bemaling (ruwolie, electrisch, stoom, benzine) en de toe passing van de windkracht. Op grond van louter eco nomische overwegingen en na advies van Ir. VAN KONYNENBURG van het Rijksbureau voor Ontwatering koos men den verdekkerden windmolen. Na een grondig onderzoek van de verdekkerde molens in de buurt, waarbij gebleken was dat men in alle gevallen na verbetering der molens steeds de polderlasten had kunnen verlagen, ging men over tot dezen stap, die voor de kenners van de windbemaling niets bevreemdends heeft, doch die nog door te weinig polderbesturen wordt gevolgd. Begin December 1934 was de molen gereed en op 10 December werd de groote schare genoodigden afgehaald aan het Station te Leiden om per auto naar Woubrugge te worden gereden, daartoe opgeroepen door een in het oud-Hollandsch gestelde uitnoodiging van het "Polderbestuur. Op het Gemeentehuis werden de gasten verwelkomd door den Burgemeester J. E. BODDENS HOSANG, waarna de Secretaris van den Veenderpolder de heer SCHAMINEE een rede hield over de bemalingsgeschiedenis van denpolder. MOLEN TE WOUBRUGGE, ZOOALS DEZE EENIGE JAREN GELEDEN GEKNOT WERD MOLEN TE WOUBRUGGE IN HERBOUW, 1934

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1935 | | pagina 4