ADRES VAN „DE HOLLANDSCHE MOLEN" HEEMSCHUT 65 Het Bestuur van „De Hollandsche Molen", Vereeniging tot Behoud van Molens in Nederland, zond het volgende adres aan den Minister van Waterstaat. De bovengenoemde Vereeniging geeft in haar naam nog verder een aanduiding van het doel van haar streven, t.w. het „Behoud van molens in Nederland" en zij heeft van den aanvang van haar bestaan (1923) af ingezien, dat dit doel slechts te bereiken zou zijn, indien de inrichtingen tot benutting van windkracht zich zouden kunnen voegen naar de eischen der onderscheiden bedrijven, waarin zij toepassing vinden. Haar werkzaamheden hebben zich daarom van meet af aan gericht, zoowel op het vraagstuk van de molenverbetering in engeren zin als ook op die van de werktuigen, die door den molen worden aangedreven. Zij ontving daarbij voorlichting van een Technische Commissie, door haar in het leven geroepen, waarin vooraanstaande personen op allerlei gebied, dat met dit vraagstuk verband houdt, zitting hebben. Het resultaat van dit deel van haar werkzaamheden was niet alleen, dat het vraagstuk der technische verbetering, waaraan gedurende een lange reeks van jaren geen aandacht was gewijd, opnieuw aan de orde werd gesteld, doch ook dat men zich rekenschap ging geven van de beteekenis, die de benutting van windkracht in ons economische leven had en thans nog zou kunnen hebben. Het mag als bekend worden ondersteld, dat, wat het eerste punt betreft, een aantal verbeteringen worden aanbevolen, welke thans niet alleen in toenemende mate toepassing vinden, doch die reeds bewezen hebben, in vele gevallen, waar zulks nog mogelijk was, tot een oplossing te leiden, die vroeger bestaande bezwaren bleek te kunnen wegnemen. Onderstaande opgave van in den loop der jaren uitgevoerde molenverbeteringen, welke alle betrekking hebben op de toepassing van de z.g. stroomlijnwieken, doch zich gemeenlijk althans wat de watermolens betreft, ook uitstrekken tot de krachtsoverbrenging en tot het water- opvoerwerktuig, schenkt een beeld van de toenemende belangstelling, welke voor molenverbetering is ontstaan: Jaar Poldermolens Korenmolens Totaal Jaar Poldermolens Korenmolens Totaal 1927 1 - 1 1931 4 - 4 1928 4 4 1932 2 6 8 1929 4 4 1933 10 32 42 Men is thans op een punt aangeland, waar men de toepassing dezer verbetering, wat het maalbedrijf betreft, zonder bedenking "aan zich zelf zou kunnen overlaten. De belangstelling in molenaarskringen is gewekt, en niet alleen in Nederland, doch ook in België en Noord- Frankrijk zijn de toepassing van stroomlijnwieken en de daaruit te verkrijgen voordeelen ten volle bekend en toonde de ervaring, dat belanghebbenden thans zelve inzien, hoe door hen, voordeel verworven kan worden. Het is duidelijk, dat op het gebied der waterlossing, waaraan zoo vele en velerlei belangen in ons vaderland verbonden zijn, de verhoudingen geheel anders liggen. De korenmolenaar is immers doorgaans eigenaar van zijn bedrijf, hetwelk een begrensd 1930 3 1 4 1934 (1 stek wartaal) 8 8 Hier moge, alhoewel thans niet op technische details worde ingegaan, er toch op gewezen worden, dat de toepassing der uit de ontwikkeling der aërodynamica verkregen meerdere kennis op de molenwiek verreweg de voornaamste factor vormt, die dezen ommekeer heeft vermogen teweeg te brengen, wijl dientengevolge niet slechts het nuttig effect, doch ook het aantal uren, waarin van de windkracht een nuttig gebruik kan worden gemaakt, zeer belangrijk bleek te kunnen worden opgevoerd.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1934 | | pagina 7