118 HEEMSCHUT NED. HERV. KERK EN TOREN TE WINTERSWIJK (NOORDZIJDE) geplaatst waren, zijn duidelijk zichtbaar: de beelden zelf zullen ten tijde der Hervorming, die hier bij massa-overgang in 1597 of '98 heeft plaats gehad, verdwenen- zijn. Het muurwerk bestaat uit baksteen met hier en daar brokstukken zandsteen en draagt een eigenaardige spits met gebroken lijnen,ynaar men wil, doordat in de 17e of 18e eeuw het bovenste deel der spits, uitbrandde en men besloot ze niet geheel tot haar- oorspronkelijke- hoogte weer op te bouwen. Een steenen wenteltrap voert in- een afzonderlijk torentje van de zuidzijde naar de eerste verdieping, terwijl ladders verbinding geven met de tweede' en derde verdieping, op welke laatste een' vijftal, deels zware, klokken hangeneen, hergoten- in 1641 door de gebroeders „MAMERTUM en JaNNEM FORMICAE", een tweede met het" randschrift „Gloria in excelcis Deo in terra pax hominibus bone volontatis", een derde met: „God allen de ere", gegoten door CASPAR HlINDT; anno 1765, een vierde; gegoten van twee oude gebarsten klokken, anno 1731 'door WILLEM FREMY en ten slotte de z.g. brandklok, •geplaatst door gebroeders-VAN BERGEN in 1889. .De taal der steenen wordt, ten overvloede door documenten, bevestigd. Nog in 1510 vinden wij een acte van verkoop van markegronden met de bijvoeging, dat de opbrengst moet dienen tot financiering van den kerk- en torenbouw. Vermoedelijk heeft het kerspel meerdere jaren aaneen moeten sparen en afdragen om dé noodige gelden bijeen te brengen. Want ook reeds in 1472 wordt voor hetzelfde doel markegrond verkocht. Maar dan wordt er alleen

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1933 | | pagina 12