BHD1PEST 100 HEEMSCHUT De Hon gaarse he hoofdstad is wel het klassieke voorbeeld hoezeer men eene stad be derven kan wanneer men die zonder systeem bouwt en geen er lei maatrege len neemt om de schoonheden die zij van de natuur heeft gekregen en van hare voorvaderen heeft geërfd, te beschermen Over het algemeen gesproken kan men van Budapest zeggen, dat men hier de meest schitterende ligging heeft, die de natuur eene stad kan bescheren, waarin men de leelijkste stad gebouwd heeft. Zoo leelijk is dat wat men gebouwd heeft, dat men er zich over verwondert waarom de bruggen die de beide oevers der stad verbinden mooi zijn, waarom men die -niet ook leelijk heeft gemaakt. De ligging van de stad is gelegen aan beide oevers van den Donau. De eene oever is laag, de andere bergachtig, zoodat men van Buda een schitterend gezicht over het aan uwe voeten liggende Pest hebt, van den Pester oever van den Donau iederen avond, wanneer men de leelijke dingen niet meer -ziet, genieten kan van den berg en de daarop liggende gebouwen, waarachter de zon dikwijls sprookjesachtig schoon ondergaat. Des avonds, wanneer deze geheel is ondergegaan en de Donau van de bruggen gezien meer den indruk van een meer maakt, kan men in het bijzonder wanneer de reflectoren in werking zijn die de stad onder den z.g.n. visschersbastij en de citadel heeft laten plaatsen constateeren, wat men van deze stad had kunnen maken. De visschersbastij die door een vandalistisch voorgeslacht reeds was afgebroken, later echter, toen men wat meer verstand kreeg weer werd opgebouwd, ziet er, hoog op den berg gelegen, uit als een sprookjesslot. Minder fraai is het eveneens verlichte standbeeld van den heiligen GELLÉRT, den man die het christendom naar Hongarije bracht, welk standbeeld op zichzelf geen slechten indruk zou maken, zooals het daar met het hoog opgeheven kruis op den berg staat wanneer men niet ongelukkig genoeg, daarvoor een beetje te veel geld had bijeengekregen, waardoor men, om dat geld toch te gebruiken, er achter volkomen zinneloos een zuilenhalfcirkel heeft- gebouwd. Het ergste, wat men tegen Budapest misdreven heeft, is, dat men in die stad met een Donauscheepvaartverkeer dat vrijwel nul is, gemeend heeft de handelskaden met de daarbij behoorende aanlegplaatsen en loodsen, midden in de stad te moeten bouwen. Hoe ongelooflijk veel schooner de stad zou zijn, wanneer men langs den Donauoever, daar waar de groote hotels liggen, eene breede promenade met boomen en groen had aangelegd, begint men eerst thans, echter heel langzaam, in te zien. Om intusschen die promenade volkomen te bederven, heeft men het nog noodig gevonden, van het overblijvende gedeelte daarvan een gedeelte af te nemen voor de electrische tram, die precies langs den rand van de promenade (daaronder ligt de beroemde handelskade met hare loodsen) moest worden geleid en daarbij dan nog door een foeileelijk ijzeren hek is afgesloten. Thans in deze tijden van economische crisis is het niet mogelijk de aanlegplaatsen der schepen te verleggen zoodat het roet van de stoompijpen der schepen nog wel eenige tientallen jaren de kamers der luxehotels zal verontreinigen. De gemeenteraad had reeds DE VERLICHTE VISSCHERSBASTIJ IN BUDA VAN PEST GEZIEN

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1933 | | pagina 6