106
HEEMSCHUT
Nagenoeg niets bleef van den tuinaanleg over. Alléén achter het kasteel vinden we de oude
groote vijver zooals we die van de gravures kennen in het terrein terugde vorm is daarvan
in omtrek merkwaardig genoeg geheel bewaard gebleven.
Het kasteel zelf daarentegen geeft nog veel aanknoopingspunten met het verleden. Daar is
eerstens op de binnenplaats de elegante open galerij, de voormalige vierschaar die èn stijl-
critisch èn op grond van de bekende gegevens over den verbouw door den genoemden
„President van Holland" vrij stellig op 1546 is te dateeren. Voorts is er in het midden der
Zuidelijke vleugel onder een torentje en dicht onder het dak, gelijk dit in de middeleeuwen
méér voorkwam, de gelegenheid, waar de arrestanten der heerlijkheid tijdelijk werden
opgeborgen. Ten bewijze, dat het hier was, waar het hooge gerecht VAN ASSENDELFT
werd uitgeoefend, draagt een sierlijk windvaantje boven op dezen toren zijn wapen (een
stappend paard). De vele gaten, welke boven in de muren van dezen en ook van den achtkanten
toren aan de Westzijde van het kasteel zijn uitgespaard hebben ook beteekenis en wijzen
erop, dat hier de duiven nestelden. Dit waren dus de plaatsen van de z.g.n. duivenwarande,
een klaar bewijs, dat de heer VAN ASSENDELFT het heerlijk recht van duifhuis uitoefende,
hetgeen volgens Ds. CRAANDIJK reeds vóór 1544 het geval moet zijn geweest (t.a.p. bldz. 232).
Natuurlijk heeft het kasteel dan ook nog zijn beroemde verhalen over een „gevangenis van
JACOBA VAN BEIJEREN", een „onderaardsche gang", een „schavot", e.d., anders zou het
zijn naam van kasteel niet met eere kunnen dragen.
Een nieuwe bestemming staat Assumburg thans te wachten. Het kasteel is thans jeugdherberg
Eenigen tijd geleden is n.1. een overeenkomst tot stand gekomen tusschen het departement
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en het bestuur van de Nederlandsche Jeugd
herberg Centrale te Amsterdam, waarbij de groote Zuid-Oostelijke vleugel van de Assumburg
onder bepaalde voorwaarden door dat bestuur zal kunnen worden ingericht als jeugdherberg.
Volgens de laatste berichten zal het overig deel van het gebouw een fraaie bestemming
verkrijgenMuseum voor Kennemerland. Indien dit slagen mag zal het wel zeer toe te juichen zijn.
Zoo staat er voor het aloude slot weer een geheel nieuwe periode te wachten, een ongekende
in zijn historie, die toch al zooveel merkwaardigs te zien had gegeven.
Moge het nieuwe tijdperk veel belangstelling te weeg brengen voor het edele huis en een
goed toezicht en onderhoud steeds gewaarborgd zijn.
Alkmaar, Januari 1933. Mr. J. BELONJE.
Zie: J. CRAANDIJK, „Het kasteel Assumburg" in het tijdschrift „Het Huis Oud en Nieuw", deel VI, 1908,
bl. 225 evv., alsmede de daar aangehaalde literatuur', voorts nog J. CRAANDIJK en P. A. SCHIPPERUS „Wandelingen
door Nederland", Haarlem 1875, dl. I, bl. 8 evv. Zie ook „Handvesten ende privilegiën mitsgaders keuren en
ordonnantiën VAN ASSENDELFT, Amsterdam 1768. Voorloopige lijst der Ned. Mo.numenten v. Geschiedenis en
kunst", deel V. 1. Utrecht 1921, bl. 189. Ds. CRAANDIJK noemt in eerstgenoemde bijdrage GERRIT VAN
ASSENDELFT ten onrechte „raadsheer".
2) Zie de opvolging van verschillende eigenaars bij S. VAN LEEUWEN: „Batavia Illustrata", 's Gravenhage 1685,
bldz. 853 evv.
SJ Zie Elias. „de Vroedschap van Amsterdam", bl. 317.
4) Zie ELIAS' t.a.p. bl. 1030.
5) Zie ELIAS' t.a.p. bl. 912.