92
HEEMSCHUT
poortje. Een wereld
van stilte en vrede;
een oasis te midden
van het daverende
stadsgewoel. Iets on
wezenlijks als een
droom of een
sprookje. Het ver
leden dat is blijven
stilstaan, de tijd die
vergeten is zijn
eeuwigen gang te
gaan.
In hoever de laatste
begijnen nog door
drongen zijn van den
ouden begijntjes
geest, is moeilijk uit
te maken. In ieder
geval, de aloude
regels en levenswijze
wordt nog stipt na-
gevolgd. Nog immer is een begijntje een wereld op zichzelf. Dit merkt gij terstond wanneer gij
haar huisje of convent binnentreedt. Boven de deur, de naam van een heilige, de beschermer van
het huis; zijn beeltenis op het deurtje zelf, boven het getralied kijkgat. Als het zijn feestdag
is, dan steken er bloemen in de tralies, en in het huis is het feest. Want de begijn, hoe
weinig wereldsch dan ook, feest wel eens.
Reinheid en soberheid van het begijnenhuisje zijn spreekwoordelijk. Achter het deurtje, eerst
een tuintje waarvan de wegeltjes met keitjes zijn bezaaid en omkransd met palm. De perkjes,
aangelegd in vorm van hart of sterren, en tegen den muur planten, waarvan de bloemen, de
bladeren of de schors aangewend worden tegen allerhande kwalen. Want de begijntjes
kennen nog sedert lang verdwenen volksremedies.
Het huisje zelf is als een heiligdom, met zijn witgekalkte muren, naakt als een cel. Geen
spoor hier van wereldsche aandoeningen; overal de godsvrucht vertolkt in heiligbeelden of
stichtende spreuken. Geen nieuwerwetsche meubels noch tapijtwerk; als verlichting soms nog
het voorvaderlijk lampje.' De ontvangkamer gelijkt een kloosterzaal" in, haar strenge naaktheid
de withouten tafel, de biezen stoelen, de oude kasten met schuifladen leggen getuigenis af
van de vrijwillige armoede der bewoonster. Op de roode vloertichels ligt wit zand gestrooid
en hoogstens vindt gij onder de-tafel" een biezen mat.
Waar de begijntjes in convent, in gezelschap wonen, zijn vooral drie plaatsen eigenaardig.
De werkzaal waar, langs den muur gezeten, jong en oud aan 't werken is, den ganschen
werktijd door gebeden prevelend. De arbeid in deze zalen voortgebracht is gekend en beroemd.
Want, buiten stop-, naai- en verstelwerk, komt daaruit het wonderteere kant- en borduurwerk,
BORDUREN EN KANTWERKEN IN DEN TUIN