HEEMSCHUT
31
materiaal voor de les
in „plantkunde" door
den onderwijzer, ge
holpen door enkele
kinderen, werd ge
kweekt. We noemden
dat een „kijktuin". De
schooltuin was te klein
om de kinderen zelf aan
het werk te zetten.
De groote waarde van
dat „zelfdoen", van de
zelfwerkzaamheid der
leerlingen, vande,,doe-
school" werd langza
merhand erkend. Dat
„zelfdoen", dat willen
onze jongens en meisjes
zoo graag en waar
hebben we dan mooier
SCHOOLWERKTUIN TE MIDDELBURG en beter gelegenheid
dan in den schoolwerk-
tuin. Daar kunnen we voldoen aan den natuurlijken drang naar tuinieren, die in bijna eiken
mensch is. Komt die tuinarbeid onder goede leiding, dan is hij voor de opvoeding van zeer
groote waarde, van zóó'n waarde, dat in de toekomst tuinarbeid een integreerend deel van
het schoolprogramma dient te worden. a
Toen in een cursus-voordracht, georganiseerd door de Centrale Vereeniging in 1927,
door Dr. JAC. P. THIJSSE op dit belang den narfruk werd gelegd, werd kort daarna door
ons met een schoolklas op een der tuinen der Amsterdamsche Vereeniging een proef
genomen. Het rapport door ons over die proefneming bij de autoriteiten ingediend, heeft tot
gevolg gehad, dat niet alleen wij met tuinarbeid al^vonderdeel van het onderwijs doorgingen,
doch dat het voorbeeld weldra door de hoogste ilfeerjaren van acht scholen werd gevolgd.
Willen wij hier even op het nut van den schoolwerktuin nader ingaan.
Al werkende in den tuin maken de kinderen d^ ontwikkeling der plant mee; ze zien de
gevolgen van hun arbeid, oplettendheid en zorgde zelfwerkzaamheid bevordert de waar
deering van de bodemcuituur en kweekt liefde aan voor de levende natuur.
De zelf ondervonden moeite, de zorg en oplettendheid, noodig om iets te bereiken, zal hen
het werk vap anderen doen eerbiedigen (voorkoming van vernieling van een anders goed).
De schoolwerktuin gewent de kinderen aan orde, pegel en netheid; elk tuintje, als deel van
het geheel, moet er keurig uitzien. De gereedschappen moeten netjes worden opgeborgen,
gereed en in orde voor een volgende groep. Hulpvaardigheid wordt er aangekweektde
sterken helpen de zwakken, de tuintjes van afwezige zieken worden bijgehouden.
Een groote opvoedkundige waarde zit er in den g.emeenschappelijken arbeid in den tuin, in
den ongedwongen, vnendschappelijken omgang tusschen leider en kinderen, want hier is een
eenige gelegenheid om karakters te leeren kennen- en deze in goede richting te leiden. De
leider ziet z'n leerlingen van een anderen kant dan in de klas en vaak komt het voor, dat
de zoogenaamde „schooldomme" kinderen, die in de klas nooit naar voren komen, die gevaar