HEEMSCHUT
23
Met voorzichtigheid en beleid zijn deze geveltoppen* in elkaar gebleven en recht gezet en zijn
slechts op de oude wijze hersteld die onderdeden! welke tot puin en stof uit elkaar vielen.
Tot heden werd in een overeenkomend geval steeds toegepast: afbreken en met het oude
materiaal weer opbouwen. Doch nu is het heelfc muurwerk, ook inwendig oud gebleven.
Ongetwijfeld is in deze richting meer te bereiken, staan we hier op een begin van een
nieuwen weg. Dikke muren, van baksteen of natuurrsteen die verzakt, scheef, gescheurd zijn,
dreigen tot puin ineen te storten. Dit wordt veroorzaakt door het gebrek in samenhang niet
door den hoofdvorm. Indien men dus dien inwendigen samenhang kan verbeteren moet iets te
bereiken zijn. Dit kan geschieden met inspuiten onder luchtdruk. Eerst de naden en scheuren
volplakken met klei. Dan onder luchtdruk het inwendige met water uitspoelen en dan vol-
blazen met dunne mortel. Dit is hier en daar al eens beproefd, doch niet krachtig doorgezet.
Het moet echter mogelijk zijn fraaie oude muurvlakken op deze wijze technisch deugdelijk te
maken zonder dat de ruïnevegetatie verdwijnt; restaureeren zoo, dat de stof der eeuwen en
de muurpeper en de huislook rustig erop blijven.
Het restauratievraagstuk in dit licht gezien zal nog heel wat moeilijkheden geven, 't Zou
ook dwaasheid zijn te denken dat onze tijd daarmede klaar is. Iets dat reeds zoo vele jaren
bezig is te groeien, is feitelijk nooit geheel af en vbltooid.
Dan glijden we langzaam terug naar de gedachte die RUSKIN in 1850 in zijn „Stones of
Venice" reeds ontwikkelt, dat we in 't geheel niet „restaureeren", niet vernieuwen en bijmaken
moeten, doch alleen maar „bewaren". s
Amsterdam, 31 Januari 1933. 1 A. A. KOK.
De voordracht werd daarna toegelicht met een serie lichtbeelden van om velerlei redenen
niet geslaagde restauratiën en van goede voorbeelden, niet alleen voor het monument zelve,
doch mede in verband met de omgeving.
VEREENIGINGEN EN TIJDSCHRIFTEN
Algemeen Nederlandsch Verbond.
Het Januarinummer van Neerlandia, Maandblad /wan het Algem. Nederl. Verbond, wijdt
waardeerende woorden aan wijlen Mr. Dr. C. F. jSCHOCH, die oprichter was van de groep
Suriname en vele jaren lid van het Hoofdbestuur van het Verbond was.
In het Februarinummer vinden wij de belangrijke mededeeling dat waarschijnlijk nog dit jaar
het nieuwe Museum der Vlaamsche Letterkunde1 geopend zal worden. Het Museum bezit
reeds de meeste handschriften van den grootettf Vlaamschen romanschrijver HENDRICK
CONSCIENCE. de letterkundige nalatenschap van pasfoor HUGO VERRIEST en vele herinneringen
aan uitmuntende Vlaamsche schrijvers en dichters als GEZELLE, KaREL VAN DE WOESTIJNE,
VlRGINIE, LOVELING, de gebroeders SNIEDERS. CYRIEL BUYSSE, POL DE MONT en anderen.
Het Museum is bestemd om een echt Vlaamscfi letterkundig centrum te worden en zijn
totstandkoming zal naar men verwacht nizt alleen voor Vlaanderen, maar voor den geheelen
Nederlandschen stam een aanwinst zijn. Het blad bevat verder een aardig kiekje van de v
oudste, bijna honderdjarige, raadszaal te Bloemfontein, dat, dank zij de Nederlandsche
Vereediging aldaar, in den ouden toestand wordt hersteld.
Gevelsteenen.
Over Gevelsteenen, welke ten geschenke werden ontvangen of door hare bemiddeling in het
pand dat voor het oude in de plaats kwam werden geplaatst, vertelt de „Commissie tot
behoud van gevelsteenen" in het Jaarverslag datr in 1932 over de werkzaamheden van het
Koninklijk Oudheidkundig Genootschap is verschenen.
De historische schoonheid van oud-Hollandsche gevelsteenen heeft blijkbaar de bewondering
van Mevrouw B. WESTENDORP—OSIECK, die v$n een achttiental etsen heeft gemaakt; de