BOEKBESPREKING
10
HEEMSCHUT
Vervang de tram door de bus, maar dan door een practische en ineens zal blijken dat het
verkeer geen afbreken en vernielen en dempen vraagt-
Men zegge niet dat de tram niet vervangen kan worden, zooveel heeft niet gekund, wat
toch zeer wel mogelijk, zeer veel beter blijkt te zijn. Ook de tram zal uit de steden verdwijnen,
dat kan de machtigste directeur niet verhinderen, 't Is enkel heel erg te betreuren, dat reeds
zooveel geofferd is' en naar ik vrees nog geofferd zal moeten worden, voor en aleer dit
„conservatisme" is overwonnen. De tram is verkeerd verkeer en moet verkeeren in het
nieuwere vervoermiddel „de bus".
Er is nog een ander verkeer dat verkeeren kan en dat moet.
Ieder kent de Rokin-geschiedenis. Deze heeft een slot gekregen, een voorloopig slot tenminste.
Een klein deel wordt toch gedempt en misschien wordt de eigenlijke verkeersweg wel eens
berijdbaar gemaakt, 't Zal dan wel iets beter zijn, maar nog lang niet ideaal. Ik voor mij
beschouw de zaak nog niet voor altijd opgelost, ik vrees nog altijd, denk aan het: les gens
que vous avez tués se portent assez bien.
Ik wil hier niet de Rokin-kwestie gaan bespreken, wil alleen een sprekend voorbeeld gebruiken.
Het meest hinderlijke verkeer is de tram, daarop volgen de voertuigen die voor goederen
vervoer worden gebruikt, de vrachtwagen, de handkar. De tram is te vervangen, vrachtwagen,
handkar niet.
Stelt U nu eens voor dat de tram uit de Binnenstad, dus ook van het Rokin verdwijnt en
heel veel vrachtwagens en handkarren ook. U kunt dat doen, door op verschillende dagen
en uren het verkeer ter plaatse te beoordeelen. U zult dan moeten erkennen dat de voor
standers van het behoud van het water volkomen gelijk hebben.
Welnu een groot deel van de op een na hinderlijkste verkeershindernis zou verdwijnen
wanneer al wat uit het fabrieks- en handelscentrum goederen aanbrengt voor de bootbeurt-
diensten op het Rokin en aan de Binnen-Amstel daar niet behoefde te zijn.
Wandel nu eens naar de Prins Hendrikkade van Scheepvaarthuis tot aan den hoek tegenover
de Zeevaartschool. De kade zelf is te smal, is in verval. Wordt wel nu en dan hersteld,
maar 't is en blijft lapwerk. Kostbaar lapwerk.
Maar 't water daar is ruim, zoo ruim, dat best de kade op behoorlijke breedte gebracht
kan worden en in dat water steigers gebouwd, als aan de Ruyterkade, steigers waaraan al
de beurtdiensten van Rokin en Binnen-Amstel een veel geriefelijker, voor hen zelf en voor
het goederen-verkeer, een plaats vinden kunnen.
Ik treed niet in details. Gelijk gezegd 't is mij maar om een voorbeeld te doen. Ik kan meer
voorbeelden geven zoo goed van Amsterdam als van elders. Ieder kan zulks. Waar het mij
ditmaal om te doen is, is om er de aandacht op te vestigen dat wij het verkeer niet moeten
overschatten, niet moeten laten heerschen, niet moeten laten vernietigen wat niet is te
vervangen. Wanneer 't verkeer hindert moet men zien of 't verkeer verkeerd is.
En is 't verkeer verkeerd, verkeer het dan. B. GELDER.
BOERDERIJ-TYPEN IN LIMBURG door E. FRANQUINET
Als No. 2 van de uitgaven van den Provinciale Schoonheidscommissie voor Limburg verscheen
een Monographie van den hand van den heer E. FRANQUINET, getiteld „Boerderij-Typen
in Limburg", uitgever de UitgeversMij. v/h Ch. GOFFIN te Maastricht.
Na een inleiding waarin de schrijver er de aandacht van den lezer op vestigt dat er nog