HEEMSCHUT 7 „Slaapt er dé schoone slaapster? Het slaapt zelf; de zuilen er voor houden wacht, die geen „zuilen zijn, als men ze nadert; zij zelfs zijn onwezenlijk en bestaan niet. „Een watervalletje dat murmelt; een kapelletje, dat is als in gebed, en toch zich niet roert: „de klok hangt er boven als de bron van alle zwijgen. „En verder gaat de laan en verder gaan de voeten, en steeds dreint de regen neer, maar „hij is vriendelijk door het geduld, waarmede hij hier ontvangen wordt; hij is als een belofte „en niet als een belaging. „En vreedzaam is het overal: een eenzaamheid, die aan zich zelf genoeg heeft, en die toch „duldt, dat men die met haar deelen wil; die nietweet van de bordjes met verboden toegang, „die men aan hare ingangen geplaatst heeft. „Droomt hier alles, of droomt men zelf? „Een vogeltje, onzichtbaar, beproeft reeds zijn gorgeltje aarzelend, maar toch zoo vol verwachting. „En in de knoppen zwelt het reeds. „Wordt er hier gedroomd van het festijn, van 'teeder sappig groen, als dat alles vervuld „zal zijn; als de vijvers den lach der lucht opvangen, alsof zij zelf dien koepelenden dom in „zich droegen; als gouddronken lichtvlakken zullen schateren over al die paadjes; als weg sluipende beekjes een nieuw geluid zullen maken, omdat ze zoo blijde zijn, en over al die „kruinen heen het blauw is, diep innig blauw, doorzeild van witte, wolkjes; als die lanen „zullen weerklinken van den lokroep der vogels, die elkaar waarschuwen, dat het nu volop „tijd is om gelukkig te zijn. „Wordt er hier nog verder gedroomd, van den blakenden overvloed van den midzomer, als „de hemel van koper is, en de lanen zich verkwikken aan haar eigen schaduwals de beekjes „nog dieper wegschuilen in het rankend groen, doch gevonden worden door de ronkende „lichtblauwe libellenals de dennennaalden zullen geuren, zwoel en doordringend, of zij alles „vervullen willen van de kracht van hun levenssap? „Wordt er hier gedroomd ook nog van den herfst, als de rosse pracht van het loover zich „voor het laatst uitleeft, warm en innig, als wat scheiden gaat en toch nog niet afscheid kan „nemen; als de zon in den peilloos klaren hemel dat alles doet branden van een late, maar „nog niet te late liefde? „Droomt men er zelfs van den winter, als het smettelooze sneeuwkleed zich zal buigen over „al die twijgjes, en er niet één vergeet; als de vlekkelooze wollaag die paadjes zal bedekken, „of het wil wegbergen voor eiken onbescheiden voet? „Vraagt men niet anders, dan dat te mogen beleven, stil en ongerept, en dan weer vaneen „nieuwe lente te mogen peinzen, als in de straten der stad nog niets verwacht wordt? „Als dat die droom is, dat dan niemand hem verstóre! En wij voegen er bij„dat dan ieder meehelpe aankoop en dus behoud mogelijk te maken. Want daar is zeer veel geld voor noodig en dat geld moet voor een groot deel minstens anderhalve ton bijeenkomen door schenkingen, kleinere en grootere al naar vermogen. Het overige hopen wij te vinden door een hypothecaire obligatieleening in coupures van f500.— en f1000.rentende 3 °/0. Laten wij Nederlanders toch vooral doordrongen zijn van de plicht yoor onze nakomelingen iets te bewaren van die mooie natuur, waarvan wij zelve zoo genoten. Laat ons begrijpen, dat de gelegenheid, welke het ,Geldersch Landschap hier opent voor ons bovendien heel wat goedkooper is, dan dat bijv. Rijk of Gemeente landgoederen zou koopen, immers wij weten zeker, dat overal in den lande, natuurliefhebbers gevonden worden, die willen helpen. Stort rechtstreeks Uwe bijdrage op postrek. No'. 150284 van de Stichting het Gejdersch Landschap met vermelding: voor Warnsborn en dé Vijverberg." Inschrijvers van een bedrag van ten minste f20.'aan schenkingen ontvangen een fraai uit gevoerde kwitantie-kaart, welke hun levenslang vrije toegang verleent op al de landgoederen der Stichting. j Men houde vooral in het oog, dat deze aankoop beteekent een legaat van onschatbare waarde aan Uw nageslacht. Want de goederen, die de Stichting „Het Geldersch Landschap" in eigendom heeft verworven, blijven zorgvuldig gespaard tot in lengte van dagen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1931 | | pagina 9