x
!>S
v:
OVER EEN OUD WINDAS
%sèif
HEEMSCHUT
5
A
•sv.
Vfc-
•<3u
VERDWENEN WINDASSEN AAN DE NIEUWE TEERTUINEN TE AMSTERDAM
NAAR EEN AQUAREL VAN G. LAMBERTS
U wordt gevraagd belangstelling voor een oud Windas. Uw vraag, wat daarmede bedoeld
wordt, komt niet onverwacht, maar zou een paar eeuwen geleden zeker niet zijn gesteld.
Want toen vormden de windassen de karakteristieke stoffage van velen onzer burgwallen.
In lange rijen stonden ze langs de wallekanten. Men zie slechts het prentje dat J. G. LAMBERTS
in de eerste jaren van de negentiende eeuw teekende. Twee stoere palen, vlak aan den kant
van het water ingeheid, dragen een om een horizontale as draaiende „trommel" en het tot
bescherming daarvan daarboyen aangebracht zadel^akje. De trommel heeft ongeveer 80 cM.
middellijn, een „reep", was daar eenige windingen omheen geslagen waarna de einden aan
elkander waren 'gesplitst. Een tweede touw was vastgemaakt aan de as van de trommel en
aan het losse einde voorzien van een haak. Door het verschil in middellijnen van trommel
en as was het mogelijk oni een aan den haak bevestigden last zonder veel moeite met de
hand van den .wal op een schuit of omgekeerd te brengen.
Het prentje vanLAMBERTS doet zien, hoe aardig de zadeldakjes waren versierd met de
emblemen van de werven, waarbij zij behoorden.
Op de kaart van CORNELIS ANTHONISZ kan men ettelijke windassen vinden. Hij teekende
ze langs de IJ-kant daar waar de Oude Teertuinen waren. Maar PlETER BAST beeldt er
niet minder dan dertien af op het korte stukje IJ-kant van de Martelaarsgracht tot aan de
resten van de Panaalsteeg bij „het" Singel. Trouwens, op tal van andere plaatsen decoreerden
de windassen, als noodzakelijke werktuigen van nijvere kooplieden, wier waren in vaten en
kisten van en op de wallen moesten worden geladen, de oevers van de grachten. Met de
rV»
h