rn
U
ïF
pompeus, de ander wuft, de derde stijf en star. De Renaissance is de wedergeboorte
van de oude Grieksche en Romeinsche bouwkunst. Daarvoor de kerkelijke stijlen
Gothiek en Romaansch.
De Renaissance is in Nederland tot zeer grooten bloei gekomen. Wie kent niet
de mooie typische trapgevels uit dien tijd? In dien tijd had men geen architecten en
aannemers. Men kende slechts leerlingen, gezellen en meesters; leden van een gilde
waar niemand het beroep zelfstandig uit mocht oefenen die niet alle rangen door-
loopen had en die niet de moeilijke meesterproef doorstaan had en dan nog maar
alleen als hij zich wenschte te gedragen naar de zwaar bindende gildevoorschriften.
Dit ging zoo eenige eeuwen voort tot heil van de bouwkunst; toen kwam met
de Fransche revolutie, die ook in Nederland zijn terugslag vond, de tijd van vrijheid,
gelijkheid en broederschap. Uit was het met de gilden, de beroepen werden vrij, de
kunst werd vrij. Concurrentie kwam en geld verdienen werd de hoofdzaak. De eeuw
van de machine was aangebroken, de kunst kwam in het gedrang. Nieuwe bouw
materialen kwamen in gebruik, in den beginne vooral het ijzer, en men had geen
vormgeving ervoor. Inplaats van nu een nieuwe vormgeving te scheppen ging men
leentjebuur spelen bij de historische bouwstijlen. Beelden goot men van ijzer en
beschilderde ze alsof het steen ware; natuursteen maakte men na van cement, goud
lederen behangsels van papier.
Dat was niet waar, dat was niet eerlijk. Men maakt toch ook geen autoband
van ijzer of een vliegmachine van koekendeeg. Neen, dat zou te dwaas zijn, zal een
1
njjiLLUiUiUin]
'n Voorbeeld van een knikdak-huis met platten aanhangwagen, vervormd tot een ordelijk huls.
De inzender was er zoo tevreden mede, omdat er eigenlijk niets aan veranderd was.
li
i