„Unruh" en de Zweedsche „Halmkronar" rechtstreeks in voor-christelijke vruchtbaarheids
voorstellingen hun ontstaan te zoeken hebben.)
Ook de uitvoerige en precieuse knipsels van een Ouwe JAN de Marker op Urk
zullen voor de geschiedenis van dat eiland waarde blijken te hebben. Zijn botters met
hun gedichtjes wijzen den folkorist den weg tot het bestudeeren der scheeps-spreuken
en in zijn meesterstuk: „de Kerk met de laasste Russplaas der ervormde gemeente te
Urk" heeft hij tot in alle onderdeden „het Huis des Heeren" en „de Akker der
Dooden" vereeuwigd in een fel-rood sitsen knipsel, dat ter gelegenheid van het 10-jarig
bestaan het Nederlandsch Openluchtmuseum werd aangeboden, zoodat althans op den
Waterberg de herinnering zal voortbestaan aan de knipkunst van Ouwe JAN de
Marker van Urk
Het zielige beeld van „Jan de Knipper" besluit in de 5e afdeeling der Zuiderzeefilm
de lange reeks tafereelen der stervende bedrijven, die aan de drooglegging ten offer
zullen vallen. Behalve de hier reeds genoemde behooren daartoe ook de curieuse mutsen
makerij op Urk (afb 38), waar in de uitoefening van echte huisnijverheid ALBERT WOORD
en zijn vrouw jarenlang de ruige vellenmutsen voor de Volendammer visscherslui maakten
en de bot- en haring-mandenmakerij van SCHURINK Harderwijk (afb. 39). Ook de
aalkubben-vlechterij zal wel spoedig tot het verleden behooren, evenals de ouderwetsche
lijnbaan der firma DEETMAN te Elburg. Zeer erkentelijk blijf ik den baas en zijn
gezellen, dat ze mij in de gelegenheid stelden dit voorvaderlijke bedrijf in een reeks
van filmopnamen te vereeuwigen (afb. 40). Eerst volgde ik den ouden knecht naar het
wit-bestoven vlasschuurtje, dat tegen den bonkigen vestingmuur was aangebouwd. Daar
zuiverde hij tusschen de fel-opspitsende spijlen van den hekel het vlokkige vlas van
AFB. 39. DE TEN DOODE GEDOEMDE ZUIDERZEE-VISCHMANDEN-VLECHTERIJ
VAN SCHURINK TE HARDERWIJK