kous, weggestopt onder de kussens van het pronkbed veiliger wanen, dan op de bank, zelfs op de spaarbank. Maar er is ook wel veel achterklap bij al die verhalen, vooral in het nering-zieke havenbuurtje met de, elkaar „vreemdelingen"-aftroggelende, winkeliertjes en café-houders. En nu ik het hier toch over het vreemdelingen-bezoek heb, wil ik hier ter rehabilitatie van mijn brave Markers nog eens uitdrukkelijk getuigen, dat alle geruchtmakende geschiedenissen over „afzetterij" voor zeker 90 pCt. op rekening te stellen zijn van een gidsensysteem, dat handelingen oplegt of suggereert aan eenvoudigen van geest, die, gedreven door een niet uitsluitend op Marken, doch ook elders op het Nederlandsche platteland aanwezige primitieve geldzucht, min of meer als werktuigen zich laten gebruiken voor een gewin, dat hunzelf grootendeels voorbijgaat, maar dat in de laatste 25 jaar de reputatie van den Marker wel vereenzelvigd heeft met die van „afzetter" en „bedelaar". Het is hier niet de plaats uitvoerig op dit probleem in te gaan, dat verband houdt met heel bijzondere locale omstandigheden, maar wel kan worden gezegd, dat de vreemdelingen-exploitatie den Markers als 't ware van buitenaf is opgedrongen en dat zelfs de meest gehaaide verkoopsters en „shop"houders bij ieder huisbezoek van door gidsen geleide buitenlanders zooveel procenten der verkochte waar te betalen hebben, dat er van grove winst maken, na aftrek van alle noodzakelijke kortingen en fooien voor de eilanders zelf weinig of geen sprake is. Is het nu wonder, dat PIETJE VAN SYMEN KeS, die meneer BRUSSE ook „speciaal best" kent en die onder het vlaggerood middel van zijn „gezondheid"-baadje in de beslotenheid van een leeren portefeuille het naamkaartje van den ook op Volendam zoo zeer vereerden Jhr. Ch. J. M. RlIYS DE BEERENBROUCK met zich draagt als een reliquie, (een „gedachtenis" aan een toevallig bezoek van den toenmaligen minister president), ik herhaal, is het wonder, dat genoemde PlETER SYMEN dezen zomer gemeend heeft, dat er toch iets gedaan moest worden tegen het optreden van brutale gidsen. Met een vertrouwenwekkend gebaar gaf hij aan de bezoekers van zijn proper cafétje dezen zomer een strooibiljet, waarvan ik den inhoud hier woordelijk laat volgen, omdat deze ook een typisch staaltje is van de Engelsche taalkennis der Marker Havenbuurt-shophouders, die als eerste woord „money" in hun vocabulaire schrijven. Welnu dit manifest luidde: L. S. Because many guides ask high per centage that is the cause of abnormal high prices, are strangers, in their own profit, advised to buy NOT in those shops where the guides bring them. Zie ommezijde. En na deze Hollandsche verwijzing onder den Engelschen tekst las ik op den achterkant van deze curieuse circulaire: L. S. Wegens het vaak eischen van hooge provisie door vele gidsen, dat ten gevolge heeft abnormaal hooge prij zen der artikelen, worden de vreem delingen in hun eigen voordeel aan geraden niet te koopen in de win kels, waar de gids hun brengt. Zie ommezijde.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1929 | | pagina 8