IS BOOMBEPLANTING LANGS ONZE NIEUWE AUTOWEGEN
GEWENSCHT?
In de eerstvolgende jaren zullen in ons land een aantal belangrijke nieuwe wegen
worden aangelegd voor het autoverkeer, Nu door het Ministerie van Waterstaat
een speciale Commissie van^ overleg inzake wegenverbetering benoemd is, is het te
hopen, dat dit werk voortgang zal hebben, aangezien het dringend noodig is, dat er
verbetering komt in ons wegen-net.
De vraag komt nu naar voren of het gewenscht zal zijn, deze nieuwe wegen tot
lanen te maken, d.w.z. aan beide zijden met boomen te beplanten.
Onze vroegere wegen waren in hoofdzaak verbindingen tusschen twee dorpen of
twee steden. Zij werden gebruikt door voetgangers, stapvoets rijdende vrachtwagens
diligences en particuliere rijtuigen. Het beplanten met boomen had toen zijn nut; in
den zomer boden de boomen schaduw, bij motregen beschermden zij tegen den regen,
bij winderig weer boden zij eenige beschutting tegen den wind.
Onze nieuwe wegen echter zullen bijna uitsluitend door motorwagens gebruikt
worden, en voor deze zijn de bovengenoemde drie voordeelen van geen beteekenis. De open
auto verdwijnt meer en meer. Tegen den zon zijn de bestuurder en de inzittenden thans
beschermd door een kap, eveneens tegen den regen en bij de snelheid, die het motor
rijtuig ontwikkelt, speelt de wind geen rol meer.
Daartegenover hebben de boomen langs den weg groot nadeel voor het auto
verkeer. Een weg, met boomen beplant, droogt veel langzamer, dan een open weg.
Het gevaar voor slippen, dat op asphaltwegen toch al groot is, wordt door de
vochtigheid sterk vermeerderd. In het najaar, tijdens het afvallen van de bladeren,
wordt dit nog belangrijk vergroot.
De boomen langs den weg zijn voor den automobilist zeer zeker een groot gevaar.
Bij een mankement aan de stuurinrichting, bij onvoorzichtig voorbijrijden, bij slippen,
ontstaan een groot aantal ongelukken, die vermeden zouden kunnen worden, wanneer
geen boomen langs den weg stonden. Elke verzekeringmaatschappij van auto's kan
dit bevestigen.
Rijdt men met eenige snelheid, bijv. 50 a 60 K.M. per uur, over een met boomen
beplanten weg, dan is het voortdurend passeeren van boomen vermoeiend voor de
oogen en belemmert het uitzicht op de omgeving, bij bochten in den weg ook het
uitzicht op den weg.
Om al deze redenen lijkt het mij aanbevelenswaardig, onze nieuwe wegen niet
meer met boomen te beplanten.
Ware nu het natuurschoon met deze boombeplanting gediend, dan zou men
daarvoor een offer moeten brengen, doch dit is m. i. ook niet het geval. Een open
weg, zooals bijv. die over de Leusdensche heide, omzoomd door boomgroepen op
eenigen afstand, biedt den liefhebber van natuur veel meer schoons, dan een met
boomen beplante chaussée. Wil de Regeering het natuurschoon bevorderen, laat zij
dan de gelden, eventueel bestemd voor het planten van boomen langs den weg.
gebruiken voor het aanbrengen van eenige boomgroepen op terreinen, die de wegen
omzoomen. Ongetwijfeld zullen er wel eigenaren zijn, die daartoe gaarne hunne toe
stemming geven.
Voor wielrijders worden zooveel mogelijk afzonderlijke rijwielpaden aangelegd.
Wanneer deze parallel loopen aan de nieuw aan te leggen autowegen en indien men
meent dat het in het belang van de wielrijders gewenscht is, hier langs boomen te