De omringende tuinen met prachtige gazons, met schitterende bloembedden en
omrandingen maken het geheel voor hem, die in rustige afzondering van de schoone
natuur wil genieten, tot een waar paradijs.
Om op het gebouw terug te komen, valt onmiddellijk op dat we hier niet met
een rechthoekige massieve murenmassa te doen hebben, maar dat hier naar sierlijker
vorm werd gestreefd.
De plattegrond heeft den vorm van de letter L waarvan de open zijde naar het
Oosten en de frontzijde naar het Zuiden wijzen.
Dat hierdoor de belichting der gevelvlakken wel op haar voordeeligst uitkomt,
behoeft geen betoog en kan dan ook aan het opwekkende van den totaalindruk slechts
ten goede komen.
Het is wel eigenaardig dat de gravure van RÉMACLE Le LOUP die van 1745
dateert ons tracht voor te stellen dat het kasteel inderdaad een vierkant gebouw is.
Hij teekent ons van uit vogelvlucht vier dakvlakken wat ons er toe zou kunnen
brengen te gelooven dat een vierkant gebouw aan vier zijden een binnenplaats zou
omsluiten. Dit is evenwel niet juist, want vast staat, dat in de bouworde van 1636
nooit een ingrijpende uitwendige verandering werd gebracht. Deze veronderstelling
wordt ten overvloede bevestigd door het uiterlijk der muren, waarin geen sporen van
mogelijk vroeger weggebroken vleugels zijn te bespeuren.
De ingang van het kasteel bevindt zich in den rechtertoren en bestaat uit een
breede overwelfde inrijpoort met een brug. Van hier komt men in een kleinen binnen
tuin die aan twee zijden door het gebouw en aan de beide open zijden door een
walmuur is omgeven. Links bevindt zich de hoofddeur, eveneens in boogvorm omlijst,
met zuilen ter weerszijden, bekroond door een gebeeldhbuwd familiewapen.
Behoudens het eenigszins rijker bewerkte deurportaal zijn de gevels aan den binnen
tuin betrekkelijk eenvoudig. Onder de ramen der eerste verdieping ziet men een rij
steenblokjes waarop familiewapens gebeiteld zijn. Deze reeks wordt in de buitengevels
voortgezet; hier zijn ze echter voor het meerendeel nog niet van wapens voorzien,
maar vormen wel een vroolijke onderbreking in het roode metselwerk.
De voorgevel en de Westelijke zijgevel zijn in gelijken trant als de binnengevels
opgebouwd met dien verstande echter, dat de buitengevels voor het grootste gedeelte
voorzien zijn van kruisvensters, welke beter in het kader der 17e eeuwsche bouworde
passen. Hier vindt men dan ook natuursteenen kozijnen van hetzelfde materiaal als de
banden en blokken in het muurwerk.
De Zuid-Westelijke hoektoren is slank van bouw en wordt bekroond door eene
sierlijke bekapping. Hij is als een klokketoren van een uurwerk voorzien. De Zuid-
Oostelijke daarentegen is lager en breeder, bevat de inrijpoort en heeft een peervormige
bekapping. Gebouw met binnenhof vormen aldus een rechthoekig geheel, dat steunend
op zware schuinoploopende fundamenten, trotsch en krachtig uit de vierkante slotgracht
oprijst. Zooals reeds"te voren vermeld wordt het geheel omgeven door een schitterend park.
De tegenwoordige eigenaar en bewoner is graaf RENÊ JOSEPH MaUR ANNE DE
GELOES. burgemeester van Eysden die het kasteel hetwelk sedert eeuwen door zijn
voorvaderen werd bewoond of bij hen in bezit was, weer geheel in zijn vroegeren
luister heeft hersteld.
Hem komt voorzeker de eer toe, gebouw en omgeving in zulk een staat gebracht
te hebben, dat het geheel een waar sieraad voor de gansche streek genoemd kan worden.
Maastricht, Dec. 1928.
W. F. H. de Haan.
o