men ziet wat de aesthetische resultaten der nieuwe wegen zijn, dan is dat wel zeer
bedroevend. De rechte weg Amsterdam—Haarlem is geworden wat de snelheids
automobilist noemt „een mooie weg". Er zijn echter ook nog automobilisten die dit
heelemaal geen mooien weg vinden want die door snelverkeer zoodanig op den weg
moeten letten dat zij van Amsterdam naar Haarlem niets anders zien dan asfalt en
keien met tersluiks opzijde blikkend, eenige stellen tramsporen. De secondaire wegen
bieden tenminste nog landelijke schoonheid, doch ontstellend te ondervinden wat een
verkeersmoeilijkheden zich langs deze wegen bevinden aan klungelige bruggetjes,
haaksche bochten en wat al niet meer. Het lijkt ons toe dat een van de belangrijkste
vraagstukken op Heemschutgebied op het oogenblik is de wijziging die aan de wegen
plaats heeft of plaats moet hebben, te weten dat ieder die hiermede te maken heeft
doordrongen wordt van het feit, dat niet alleen .een „mooie weg" gemaakt moet
worden, doch een weg die ook nog eenige schoonheid biedt. Men behoeft zich niet
tot het uiterste te verzetten omdat ergens een rij boomen geveld wordt, indien b.v.
aan een zijde boomen blijven staan of jonge boomen geplant worden, men behoeft
geen bezwaar te hebben dat ergens een landelijk bruggetje wordt opgeruimd indien
er maar iets voor in de plaats komt dat in schoonheid op zijn minst het oude
evenaart, niet een alleronsmakelijkste betonbrug met in de balustrade een glimmende
tegel, waarop de naam staat van de betonfirma die dit wangedrocht tot stand bracht.
Combineeren van verbetering van den weg met het behoud der schoonheid, dat is op 't
oogenblik voor Heemschut en voor Nederland een hoogst belangrijk vraagstuk.
HET HUIS „IN DE PUT'' TE 'S HERTOGENBOSCH.
Het 'oude huis „In de Put" te 's Hertogenbosch is aangekocht door de Vereeniging
„Hendrick de Keyser".
Zooals men op nevenstaande afbeelding kan zien, heeft het een recht magistralen
baksteenen gevel. Statig verheffen zich de vier pilasters waarvan de twee middelsten
gedekt zijn door Ionische kapiteelen dragend het met een fronton bekroond hoofdgestel
waarop» een windvaan.
Tusschen de twee kapiteelen is een guirlande als sobere maar voorname versiering
aangebracht. Guirlande zeggen we. Maar de Bossche Archivaris leerde ons daarvoor
een ander woord. Dat we niet kenden maar dat we om zijn kloeke zegging hoogelijk
waardeeren: men noemt in Den Bosch een guirlande een „praaltros'
De twee_buitenste pilasters zijn met eenvoudiger kapiteelen gedekt en steunen de
voluten in^welke de „praaltrossen", die de holle gevellijn tegelijk afdekken en sieren,
hun einde vinden.
In den tympaan4 het jaartal MDCLXXI of 1671 dat ons het stichtingsjaar van
het deftige pand onthult.
Hoe wijzen de vormen van het huis op Hollandschen invloed! Want wie denkt
niet, het huis beschouwende, aan de panden die VlNGBOONS te Amsterdam voor zijn
voorname klanten onder de rijke kooplieden bouwde? Neen, Brabantsch is dit Bossche
huis niet. Want bij den vroolijken, leutigen Brabander past minder zwaarwichtige
vorm en versiering.
Het huis „In de Put" staat op den hoek van het Tweede Korenstraatje en de
Doode Nieuwstraat. Toch spreekt men in Den Bosch altijd over „De Put" in de
Karrenstraat. Dit heeft zijn reden.