DE EUSEBIUSTOREN TE ARNHEM
GEZIEN UIT DE TROMPETSTEEG
GEBR. HEMONY bijde overige van LE VACHE etc., waarvan verscheidene nu eigenlijk
onbruikbare, verreweg de minst goede, voltooiden het carillon bijna in de 18e eeuw;
in 1887 leverden de GEBR, V. BERGEN de laatste, de 47ste klok. De laagste basklok,
de c as), die van TOLHUIS, dateert van 1539. De elf duizend-ponder is uurslagklok.
Hij is geen voorbeeld van klassieke, van volmaakte schoonheid, onze Eusebiustoren.
Hij mist, door een gebrek van zuivere verhoudingen, of liever, door een niet geheel
harmoniëeren van de in 't onderste gedeelte uitgedrukte grondgedachte met die van
het octogonale bovendeel, het zoozeer gewenschte eenheidskarakter, dat kracht en
sierlijke geleding in zich sluit, en dat door gaafheid van proportie een intense, onver
mengde bevrediging schenkt (Utrechtsche Dom!) Dit „euvel" treft het sterkst, als men
den toren vanaf zijn basis kan opnemenmaar hij imponeert dan meteen 't meest door
zijn massiviteit. Ziet men hem echter van verre, kijkende recht tegen één der vier
zijden, dan kan hij toch ook haast een indruk van hoog, bijna sierlijk oprijzen, maken.
Hoe lief is die reus ons geworden, hoe gaarne weten we hem daar in 't hartje van
oud-Arnhem, hoe imposant steekt hij boven de daken der omliggende huizen uit. Men
moet hem zie
Scherp teeken,
vlakken vange
De toren, sym|
En wanni
het ter ruste g
dan roept hij
en hoorde.
De kleine
wat blauwe i
die de zon he:
in 't Westen
in vredige ave
En dan
een akkoord,
schenken aan
zilver- en go.
In ongerepte i
de luiklokken,!
en statigen g
rythmezij h
zij prevelen zi
glans bij een
passages van
zijn het wond
instrumenten
Heel de
gevallen duist]
het volk zong
voor eenvouf
kenning, staa
O, men
wijzen hoorenl
schoonheid, J
vreugde inte
die ons het
prevelen, of
DENIJN
door 't aanv
gehoord en
initiatief van
voorbeeld.
beschouwd, I
ROLLIERS e.j
vinden wij
muzikaliteit
degelijk echl
ontwikkelde