V
frDlLI
Hl
MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
Izel wat stukken van
of niets gebeurt en
Dreiden óf zullen er
_:retariaat over 1927
een openlijke dank-
weten verschillende
gen wijze ons streven
|ele belangstellenden,
agen, de gelegenheid
Secretaris,
A. A. Kok.
TER.
g nieuws vermelden,
van beteekenis heeft
«gen, veel te laag in
it bestuur in staat te
[gaarne zou wenschen.
©g geen f 600.—, de
mn ruim het dubbele,
Evangen. Toch waren
Ier iets hooger dan in
[iften-in-eens werden
lan in 1926.
at het strikt noodige
ai voor het herstellen
oren, omdat juist een
fis kan overhalen om
te verknoeien,
ig kunnen verkrijgen,
©men.
[etaris zoo reusachtig
met het oog op de
is te noemen.
|oge mate gewenscht,
alle aanwezigen te
ttigen Bond. Telkens
kring warme belang-
©p kan het toch niet
jen, door het betalen
•eloos het maandblad
SECRETARIAAT: SINGEL 119, AMSTERDAM. - - TELEFOON 46586
5DE JAARGANG JUNI 1928 No. 6
ARNHEM'S EUSEBIUSTOREN EN ZIJN KLOKKENSPEL.
Allen, wien de kunst en de natuur lief zijn, zien met bezorgdheid de voortdurende,
en helaas dikwijls geslaagde aanvallen van wat we kortweg het modernisme
willen noemen op stads- en landschapsschoon, op monumenten uit het verleden. De
menschheid in haar rustelooze haast naar... ja naar welk doel?... eigenlijk niet eens
bewust voort gaande, maar voortgezweept wordende door de telkens voor haar oog
opdoemende nieuwe mogelijkheden van wetenschap en techniek, de menschheid op
zoek naar vergemakkelijking, verbetering, verdoelmatiging van de uiterlijke dingen des
levens, loopt gevaar om naast een verscherpten zin voor de praktijk het ware gevoel
voor schoonheid te verliezen. Gelukkig schijnt de afkeer van dat gejaag groeiende te
zijnvele menschen ondergaan met weerzin de versnelling van het tempo, velen schuwen
het opdringerige reclamelawaai, het schelle kunstlicht, het steeds drukkere verkeer en
beseffen, dat al die teekenen van den snelleren hartklop onzer Westersche beschaving
wel eens een ernstig ziekteverschijnsel kon blijken te zijn. Vele doorsnee-modernelingen
zien in piëteit voor het oude schoon een verouderde gevoeligheid, waarvoor de
mensch-in-actie „geen tijd" heeft.
In de kunst komt het zelfs hier en daar tot verheerlijking van datzelfde „machi-
nisme", tegen hetwelk de edele MAHATMA GANDHI zijn geliefd Indië behoed wilde
weten. Moge een hoogere, een betere macht onze schilderachtige landwegen, de
hellende en bochtige weggetjes van 't heuvellandschap, de stille grachten en vijvers
(Louwersgracht Arnhem!) beschermen tegen die welke de principiëele kilometer
vreters bezielt!
Veel wat „in den weg" staat, wordt „opgeruimd", maar veel moois ook kan
door Vereenigingen als den Bond Heemschut, die zich in dienst der „betere" macht
gesteld hebben, bijtijds gered worden.
Ik wil 't hier hebben over den voor Holland specialen rijkdom van die monumenten,
wier bestaan voor eeuwen verzekerd was door 't ontzag, dat zij als kunstwerken, als
getuigenissen van piëteit en schoonheidszin inboezemden, de goede, stille wachters, de
n
H
De renaissance der beiaardmuziek.