van de heldhaftige
|er, tehulp kwam
Jng gebleken dat de
oorten worden dan
met grootere, uit-
[der gemetselde be
en.
igens de blokhuizen,
ijl de poorten ver-
^n omlijsting, waarin
aanwezig, zoo goed
worden de bastions
ravelijnen, contra-
Uiteraard was het
Itaire beteekenis der
steun van het water
§rts een niet-gedekten
gewichtige Naarden
daarentegen heeft (evenals vroeger Coevorden, waarover hierna meer) meerdere rave
lijnen en eene enveloppe met bedekten weg en glacis. Vele van de, in de 19e eeuw
ontmantelde groote vestingen, nl. Arnhem, Breda (zie afb. 7), Bergen op Zoom,
(zie afb. 6) 's~Hertogenbosch, Zutphen, enz. bezaten zelfs nog een talrijker aantal voorwerken.
De plattegrond ;van Coevorden, in verbeterden toestand, hierbij afgedrukt (afb. 5)
moge den lezer tevens een indruk geven van den zin voor kunst (zij het gepaard aan
streng-wetenschappelijke uitvoering) welke onze voorzaten in hun scheppingen wisten
te leggen. Dat naast wiskundigen en militaire ingenieurs ook mannen van de schoone
kunsten (JAN VAN SCOREL, CORNELIS BLOEMAERT, ROMBOUT KELDERMANS, e. a.)
den vestingbouw beoefenden, behoeft daarom niet te verwonderen, doch ook de
krijgskundigen als MENNO VAN COEHOORN en q. a. zijn Fransche tijdgenoot VAUBAN,
waren zeker niet van kunstzinnigheid verstoken.
De overgang van stadsommuring naar gebastionneerden vestingwal is vrij ge
leidelijk en niet overal even spoedig geschied. Terwijl Breda reeds omstreeks 1530
door GRAAF Hendrik III VAN Nassau zijn ommuring van 1370 zag vervangen door
aardenwallen met bolwerken duurde zulks bij de meeste andere Nederlandsche steden
tot het einde der 16e eeuw (onder WILLEM I en MAURITS).
De verdere ontwikkeling van den vestingbouw, als boven vermeld, greep eerst na
den 80-jarigen oorlog, in het laatste 4e gedeelte der 17e eeuw plaats, kort vóór en
ten tijde van MENNO, baron van Coehoorn.
A. Post Ju "Poort
B Grrmeken. ~Jbcrt~
C ^ntwerpscAe 71*» t-
Hitter pootje.
i
IjRAVURE
AFB. 8. GRANAATTOREN TE BREDA, GRACHTZIjDE,
GEZIEN VAN UIT DEN DUIVENTOREN
Foto R. R. van den Berg