troepen hebben gebroken. Zulks was weliswaar meer een gevolg van de heldhaftige verdediging waarbij nog de natuurlijke bondgenoot, het water, tehulp kwam dan van de sterkte der vestingwerken zelf. Immers was reeds lang gebleken dat de ommuring niet tegen het vuurgeschut béstand was. De hooge steenen ringmuren met hun kwetsbare torens en poorten worden dan ook, vanaf het begin der 16e eeuw, vervangen door aarden wallen met grootere, uit springende flankeeringsorganen, een èn ander aanvankelijk zonder gemetselde be kleeding, daar hiervoor meestal de tijd ten de geldmiddelen ontbraken. Zoo komen voor de oude muurtorens de rondeelen, vervolgens de blokhuizen, bolwerken of bastions, (van vijfhoekigen vorm) in de plaats, terwijl de poorten ver eenvoudigd worden tot wal-doorgangen, meestal echter nog met een omlijsting, waarin juist de zin voor architectonische schoonheid bij onze voorouders aanwezig, zoo goed tot uiting komt. Naarmate de techniek van aanval èn verdediging voortschrijdt, worden de bastions grooter en neemt ook de toepassing van voorgelegen werken, als: ravelijnen, contra gardes, rondgaande enveloppes met bedekten weg en glacis, toe. Uiteraard was het aantal en de omvang dier „voorwerken" afhankelijk van de militaire beteekenis der vesting en van hare ligging. Zoo heeft het kleine Willemstad, dat zich aan alle zijden den steun van het water kan verschaffen, slechts één klein ravelijn (aan de landzijde) en voorts een niet-gedekten singelweg met voorgracht. Het grootere en destijds strategisch meer gewichtige Naarden AFB. 7. DE VESTING BREDA NAAR EEN OUDE KOPERGRAVURE

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1928 | | pagina 8