DE MOLEN „DE ROOS" TE DELFT. Nu de Vereeniging „de Hollandsche Molen" pogingen doet, den molen „de Roos" te redden, loont het wellicht de moeite, voor de lezers van „Heemschut" in het kort zijn heden, verleden en toekomst uiteen te zetten. De Roos, gelegen aan het einde van de Dirklangensteeg te Delft, is één der laatst overgeblevene van het groote aantal molens, dat Delft vroeger rijk was, gevolg van de vele bierbrouwerijen, die er gevestigd waren, die voor hun mout behoefte hadden aan gemalen koren. Met den achteruitgang van deze industrie is ook het aantal korenmolens afgenomen (de water- en houtzaagmolens sneefden weer door andere oorzaken) zoodat men er haast het rijmpje van de negertjes op zou kunnen toepassen Twaalf groote molens, die draaiden binnen Delf(t) Één woei door een storm omver toen waren er nog maar elf Elf vroolijke molens, die waren in Delft te zien, Één werd machinaal gemaakt, toen waren er nog maar tien. En zoo vervolgens: één overgebracht naar het Openluchtmuseum bij Arnhem, verscheidene gesloopt, één de Groenmolen, op bijgaande foto te zien verminkt en tot een klomp leelijkheid zonder beteekenis gedegradeerd. Die omgewaaide molen, het eerste verlies, dat de Delftsche molenstand te betreuren had (1679) werd juist de aanleiding, dat de Roos op zijn tegenwoordige plaats kwam, want de molenaar ÉLORIS VAN MlEROP, die aan de Bastiaansvest last had van te weinig wind, verzocht Burgemeesteren, zijn molen naar de plaats van de omgewaaiden Gasthuis-molen aan de Dirklangenstraat te mogen overbrengen, waar men eerder over te veel wind bleek te kunnen klagen. Nu, dat besluit heeft hem geen windeieren gelegd als men die uitdrukking in dit geval mag gebruiken want 70 jaar later vinden wij op de plaats, waarheen VAN MlEROP zijn houten standerdmolen had verplaatst, de kapitale steenen molen met veel grooter vermogen, die nu nog voor wie in Delft woont of er langs spoort een sieraad van de stad vormt. In de negentiende eeuw werd de molen aangekocht door een voorvader van den tegenwoordigen molenaar, den heer KLAAS VAN RHIJN, die onlangs het eeuwfeest van de verbinding tusschen zijne familie en de Roos mocht vieren. Nog wordt er van ver in den omtrek het koren gemalen. Maar er dreigt gevaar voor den tijd, dat geen VAN RHIJN er meer zal zijn om den molen in bedrijf te houden, en een volgende eigenaar geen geld over heeft voor gewenschte herstellingen en verbeteringen, of besloten wordt (waarvan sprake is) een verkeersweg te leiden over de plaats waar de molen staat. Het is met het oog op deze eventualiteiten, dat „de Hollandsche Molen" thans gelden verzamelt voor den aankoop van de Roos. Het eerste bovengenoemde gevaars element is daarmee verdwenen, en ook het tweede is veel onwaarschijnlijker geworden. Want al laat onze wetgeving zeer terecht toe, voor een noodzakelijke verkeers- verbetering heen te stappen over de bezwaren van grondeigenaars, het maakt toch een groot verschil, of men te maken heeft met een particulier, die tenslotte niet veel anders begeert dan een zoo hoog mogelijken prijs voor zijn grond, dan wel met een Vereeniging, die zich op zuiver idealistische gronden verzet tegen aantasting van haar eigendom en daarvoor de publieke opinie in het geweer kan roepen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1926 | | pagina 8