Na aankoop is het niet de bedoeling, in steriele adoratie op de knieën te gaan
liggen in de Dirklangensteeg, maar om den molen in bedrijf te houden, en gelden uit
te trekken voor verbeteringen. Een stilstaande molen is een doode molen, en een
Hollander is geen sentimenteele lijkenaanbidder, zooals de Amerikaan, die smartelijk
teleurgesteld was, dat de molentjes, die hij op lieve prentjes in Amerika bewonderd
had, hier stonden tedraaien, alsof het fabrieken waren (historisch!). Wij laten
geen onbewoonbare huizen staan, omdat zij in de zeventiende eeuw gebouwd zijn
wij plengen geen traan over geveltjes in de Vijzelstraat, die een duidelijk en onbestreden
verkeersbelang in den weg staan. Maar wel verzetten wij ons, op voorvaderlijke wijze
schoonheidsgevoel verbindend aan degelijkheidszin, tegen het verdwijnen van molens,
omdat en voor zoo ver wij daarin een toekomst zien. Laat niet de redelooze zucht tot
het oude, die onze grootvaders kenmerkte, omslaan in een even redelooze vereering
van het nieuwe, die onze grachten tot boulevards, onze natuurmonumenten tot villa
parken, onze molens tot fabrieken en pompstations wil maken
Het is daarom, dat wij U met aandrang uitnoodigen, den aankoop van de Roos
te steunen met een gift hetzij aan den heer J. VAN ECK, Directeur der Incassobank
te Delft, hetzij rechtstreeks aan „de Hollandsche Molen", Heerengracht 260266,
Amsterdam.
J. D. F.
Terwijl voor dit artikel de drukproef voor correctie heen en weer gaat, vermelden
de bladen het overlijden van den eigenaar van den Delftschen molen „de Roos",
KLAAS VAN RhijN. Het is wel zeer te betreuren, dat de oude Heer VAN RHIJN, die
zoo veel voor „de Roos" voelde, het niet mocht beleven, dat zijn molen m vaste
handen overging. SECR.
HET PLAFONDSTUK VAN SCHEYBEEK.
Mr. A. STARING te Dordrecht stelt de vraag of de signatuur 1774. L. E. D. B.
(zie No. 6, Juni 1926) mogelijk kan zijn L. F. D. B.
„Dan zou ik het willen toeschrijven aan LOUIS FABRICE Du BOURG, die stierf
„in 1775. Ik ken van hem geen uitgevoerde plafonds, wel plafondontwerpen, o. a. twee
„teekeningen in huis BORGMANS, die wel kloppen in stijl en figurentype met het plafond
„van Scheybeek".
We hebben het eens nagezien in verschillende handboeken. IMMERSEEL, 1842,
schrijft over LOUIS FABRICIUS DUBOURG, dat hij was afstammende van eene Fransche
familie en geboren in 1693 te Amsterdam. Dan: „Menige aanzienlijke huizen, bijzonder
te Amsterdam, werden door zijn vlug en vruchtbaar penseel versierd met plafonds,
behangsels, deur- en schoorsteenstukken, waarop hij onderwerpen voorstelde uit de
gewijde en ongewijde geschiedenis en fabelleer".
Deze DUBOURG was koster van de Amstelkerk, stierf in 1775.
De veronderstelling van Mr. STARING is dus wel aannemelijk.
Noch in IMMERSEEL, noch in de zoo uitvoerige KRAMM komt een schilder voor
wiens initialen passen op L. E. D. B. A. A. K.