EEN BEKOORLIJK PLEKJE. HET „VRIJTHOF'' (CAMPUS LIBER).
erecht mag Maastricht trotsch zijn op het bezit van een plein waarvan men de
weerga in ons land moeilijk of niet zal vinden. Bekoorlijk om zijne ligging, in
het midden der stad was en is het Vrijthof het middelpunt van het volksleven.
Bevallig om zijn regelmatigen vorm en aanleg en opmerkelijk om zijne uitgestrektheid,
maar meer nog om zijn rijkdom aan geschied- en oudheidkundige herinneringen, is en
blijft het „Vrijthof" een sieraad onzer stad. Men meene echter niet, dat genoemd
plein oorspronkelijk het aanzien had, gelijk het zich thans vertoont. Men kan dat
eenigermate opmaken uit de vergelijking der beide afbeeldingen waarvan onze bijdrage
vergezeld gaat. Afbeelding No. 1 stelt ons het „Vrijthof" voor zooals het was
omstreeks het midden der 16e eeuw, terwijl afbeelding No. 2 het ons doet zien gelijk
het thans nog is.
Vroeger kenmerkte het zich door de aanwezigheid van vooruitspringende hoeken,
thans vormt het een regelmatig vierkant. Eertijds was het plein, dat geheel ommuurd
was door vier met ijzeren hekken gesloten ingangen toegankelijk, thans is het een
open terrein aan allé 'kanten voor het publiek genaakbaar. Toenmaals, namelijk in
1591, werden voor de St. Janskerk lindeboomen geplant en in het voorjaar van 1739
werden op het Vrijthof, drie rijen lindeboomen aangebracht, ter vervanging van die
welke er toen diagonaals stonden, sinds 1591. De tegenwoordige beplanting dag-
teekent van 1821.
Thans een woord over de afleiding 'en; beteekenis van den naam „Vrijthof". Ik
laat hier in het midden de vraag of het Vrijthof oorspronkelijk aan de gemeente, dan
wel aan het kapittel van St. Servaas heeft toebehoord. Het is een feit, dat het Vrijthof
dat sedert de 15e eeuw gestadig onder dien naam vooikomt, reeds in de 13e eeuw,
alhoewel ommuurd, voor het_ publiek toegankelijk was. Vandaar de benaming van
Vrijehof, of Vrijthof, in het Latijn „Campus diber".
De voornoemde ringmuur verdween op het laatst der 17e eeuw en werd vervangen
door eene andere omsluiting die in 1773 eenvivasten vorm kreeg. Het Vrijthof vormde
weleer niet, zooals wij hierboven aanstipten,een vrij regelmatig vierkant. Dit werd
eerst bereikt in 1821, door het afbreken van het St. Servaasgasthuis, gelegen aan de
zuidzijde van het Vrijthof, ter plaatse, waar oudtijds de Paltz der Karolingische
vorsten stond.
Het Vrijthof verder is rijk aan historische herinneringen. Bij het vermaarde beleg
o. a. van 1579 onder PARMA, of liever na "de inname der stad door de Spanjaarden,
was het Vrijthof de plaats waar eene der laatste akten van dat bloedig drama werd
afgespeeld. Daar sneuvelde MELCHIOR V. SCHWARTZENBERG, de gouverneur der stad,
met honderden harer verdedigers. Van toen af hield allegewapend verzet op en de
stad werd overgeleverd aan de willekeur der Spaansche soldaten.
Nog willen wij gewagen van eenige wereldlijke en geestelijke gebouwen, die
weleer op het Vrijthof prijkten. Op den noord-oostelijken hoek van het Vrijthof stond
tegenover de Groote Staat het Luiksche Perron, het vrijheids-embleem van Luik. Het
bestond uit eene kolom in hardsteen opgetrokken, rustende op een ronden voet, door
vier liggende leeuwen gesteund, bekroond door een pijnappel en gedekt door een kruis.
Dat perron zou hier opgericht zijn omstreeks 1292 en werd door de Franschen in
1795 verwijderd. Nabij het Perron lag het schavot'waar eeuwenlang de terechtstellingen
plaats hadden. Daar werd in 1408 onthoofd en gevierendeeld de burgemeester van
Luik, JACQUET BadUT, die een werkzaam aandeel had gehad „in den opstand der