voortbestaan van wat men behouden wil, slechts dan gewaarborgd, is, wanneer het uit
handen van den toevalligen bezitter overgaat in het bezit van een Vereeniging, die
zich dat behoud ten doel stelt.
Zulk een Vereeniging is „Hendrick de Keyser". Zij stelt zich op practische basis,,
onderhandelt zakelijk met den eigenaar van begeerd bezit en schroomt niet den prijs
te betalen, die het waard is.
Het valt intusschen in te zien, dat met de verschillende aankoopen de grootste
omzichtigheid moet worden betracht. Uitteraard zijn de panden, die de Vereeniging
koopt, oud in enkele gevallen haast versleten. Jaren aaneen waren ze soms verwaarloosd,
waren de huurprijzen abnormaal hoog opgevoerd. De verkooper regelde zijn vraagprijs
naar de te hooge opbrengst en het was van meerdere huizen, die de Vereeniging
kocht een waar probleem om uit de huur&ommen, behalve de kosten voor lasten,
onderhoud en de rente van den betaalden koopprijs, wat over te houden om de vaak
zeer noodzakelijke herstellingen van grooterx omvang te betalen.
Als van zelve komen we nu tot den finantieelen grondslag van de Vereeniging.
Zij heeft een stamkapitaal, dat bijeen is gebracht door de Leden-Beschermers.
Lid-Beschermer wordt men, door storting van een bedrag van 2500.a fonds perdu.
Dat de Vereeniging in bemiddelde kringen vele vrienden vond wordt wel bewezen
door het feit, dat het eerste Jaarverslag reeds 16 Ledën-Beschermers kon vermelden.
(Slot volgt.) C. Visser.
HEEMSCHUT EN ADVIESBUREAU OP WALCHEREN.
Het artikel „Werk van het Adviesbureau van den Bond Heemschut" in het laatste
nummer van ons maandblad, en de daaraan vastgeknoopte opmerking dat de
inzenders van bouwplannen veelal van meening zijn dat hun ontwerp wel degelijk
mooi is, om de eenvoudige reden dat zij het zelf gemaakt hebben, geeft mij aan
leiding iets naders betreffende deze materie mede te deelen en curiositeitshalve een en
ander van mijne ervaringen op dit gebied te^-yertellen.
Toen op mijn initiatief in 1911 werd opgericht de Vereeniging tot behoud van
Walcheren's natuur- en stedenschoon „Nehalennia" (waarvan ik tot secretaris werd
gekozen) en de Vereeniging uiteraard den strijd aanbond tegen de wanstaltige vormen
en de schreeuwerige, zich opdringende „versieringen" van de huisjes die in aaneengesloten
rijen overal verrezen in de dorpen en langs de straatwegen van het eens zoo schoone
eiland Walcheren, verbond zij ook spoedig een Adviesbureau aan de instelling, met
dien verstandè dat- besloten werd vanwege „Nehalennia" gratis advies te geven
betreffende bouwprojecten, en op den koop^-toe nog premièn beschikbaar te stellen
voor de beste woningen.
Een desbetreffende, keurig gedrukte, circulaire werd aan alle „bouwkundigen" en
timmerlieden toegezonden; tevens een brochure ,;Aesthetische leiddraad bij den Woning
bouw" van de hand van ondergeteekende, met inleidend, aanbevelend voorwoord van
Dr. P. J. H. CUYPERS.
Het eigenaardige geval deed zich echter voor hoeveel honderden nieuwe huizen
er ook verrezen dat „Nehalennia's" advies nimmer werd gevraagd, en niemand zich
aanmeldde voor de premie, noch kwam informeeren hoe deze wel ware te verdienen
Hier was de zelfingenomenheid van den mensch in het spel, waarvan de Oosten-
rijksche arts Dr. STEKEL in zijn werk „Wat op den. bodem der. ziel ligt" zegt: „Deze
i
HET WERK DER VEREENIGING „NEHALENNIA".