Breukelen, Groenevecht; grootendeels geveld.
Driebergen, Driebergsche Bosch; grootendeels villapark.
Bilthoven, Overbosch; idem.
Baarn, Pekingbosch: idem. Beerschoten: idem.
Heilo, Heiloƫrboschworden steeds meer deelen afgenomen voor bouwterrein.
Bergen, Bergerbosch; idem.
Heemstede, Bosch en Hoven; idem.
Velsen, Velserbosch; verbreeding Noordzeekanaal en bouw hoogovens.
Bloemendaal, Boekenrode; gebruikt als bouwterrein. Groenendaal; idem.
Heemstede, Meerenberg, Dennenheuvel en Berkenrode; er schijnen plannen tot
verkoop te bestaan.
Vogelenzang, De Vogelenzang; idem.
Heemstede, Spaarnhout; is te koop.
Velsen, De Neethof; schijnt verkocht te zijn.
Bloemendaal, Naaldenveld; schijnt reeds exploitieplan te zijn opgemaakt; wat be
treft Elswout Duinlust, Koningshof met uitgestrekt duingebied, schijnt de vrees niet
ongegrond, dat dit bezit binnen niet te langen tijd uiteen zal vallen. Ten aanzien van
Duin en Kruidberg wordt over verbrokkeling gesproken.
Muiden, Echobosch; wordt bedreigd.
Loosdrecht, Nooit gedacht; komt binnenkort onder den hamer.
Naarden, De Limiten; grootendeels bouwterrein.
.Bussum, Bosch van Bredius en Krailoo; gedeeltelijk voor bouwterrein bestemd.
's-Gravenhage en Wassenaar, diverse buitenplaatsenbestemd voor villaparken.
Rijswijk, Cromvliet; Voorburg, Hoekenburgschijnen grootendeels voor bouwterrein
bestemd.
Vierlingsbeek, Hallertveiling mooie beukenlanen.
Eindhoven, Heeze; nog slechts een deel van het vroegere schoon behouden.
Sint Michielsgestel, De Dennenboom; geboomte geheel geveld, alsmede mooie
laanbeplanting.
Vught, Zegenwerp; schijnt thans in handen van een naamlooze vennootschap te zijn.
Afferden, Beegenbeek; groote stukken verkocht en van een deel van het oudere
hout ontdaan.
Wansum, Geysterenmeeste bosschen geveld.
Well. (kasteel); verkaveld en geheel versnipperd.
Mook, De Jansberg; hier is veel geveld.
Maastricht, De Pietersberggeleidelijk vermindering van natuurschoon door mergel-
winning.
De lijst heeft een zoodanige uitbreiding gekregen dat zelfs ieder die in het vraag
stuk medeleeft, er verbaasd van zal staan hoeveel er wel vernield is. Men zal het er
spoedig over eens zijn, dat men in de omgeving van zich uitbreidende steden niet alles
behouden kan, evenmin als dat men ieder oud bouwwerk zonder meer sparen kan
doch ook allen zullen het er over eens zijn, dat deze lijst iets korter had kunnen zijn
en dat wanneer wij zoo doorgaan er binnen een beperkt aantal jaren van de bebossching
van Nederland niet veel over zal zijn.
Wat zegt onze Belgische broeder daarvan? Daar strijdt men voor behoud van de
parken, dat noemen wij hier buitenplaatsen, weet ge, en in het Antwerpensch blad van
de Vereeniging tot behoud van Natuur- en Stedenschoon hebt gij reeds zoo menige
jammerklacht aangeheven omtrent het verdwijnen van Uw parken, maar zulk een lijst
als hierboven, zult gij toch hopenlijk niet saam kunnen stellen.