het Algemeen Handelsblad. Een der kamerleden stelde den Minister schriftelijke vragen
omtrent het landgoed Voordaan en het bosch achter het slot te Zeist, beiden onder
den rook van Utrecht. Het eerste is geheel vernietigd het tweede is in bewerking.
Aan zijn vraag voegde het Kamerlid nog toe het verzoek aan den Minister om een
overzicht te doen verstrekken van de landgoederen met hoog opgaand geboomte, de
buitenplaatsen' die uit een oogpunt van natuurschoon beteekenis hadden en die in de
laatste jaren geheel of gedeeltelijk vernield zijn of met vernieling worden bedreigd. De
Minister heeft ten opzichte van de twee eerstgestelde vragen een mededeeling gedaan, die
daarop neerkomt dat het behoud van de buitenplaatsen een zaak van locaal belang is
of m.a.w. dat de gemeentebesturen deze onderwerpen zelf moeten ter hand nemen. Uit
het antwoord blijkt dat de eenige mogelijkheid om van Rijkswege buitenplaatsen te
behouden, is de onteigening ten name van het Rijk, van Gemeenten of rechtspersoon
lijkheid hebbende vereenigingen of stichtingen uitsluitend werkzaam in het belang van
het natuurschoon. In zulk een geval kan van Rijkswege een tijdelijk kapverbod worden
gelegd in afwachting van de pogingen tot onteigening.
Dus mogelijkheden om een buitenplaats te behouden zijn: le. aankoop door het
Rijk, 2e. aankoop door een Gemeente, 3e. aankoop door een vereeniging, speciaal
werkzaam in het belang van het natuurschoon. Alle drie zoo noodig langs den weg
der onteigening. Dat weten wij nu en bemoedigend is het niet doch een weg is gewezen.
De Minister heeft 'verder hoogst belangrijk materiaal verstrekt van wat er kortelings
vernietigd is of op het punt staat daarvoor in aanmerking te komen. De gegevens
daarvoor zullen ongetwijfeld verstrekt zijn vanwege het Staatsboschbedrijf zoodat de
voorzichtige slag om den arm omtrent de mogelijkheid dat niet alle informatiën geheel
juist zouden zijn wel overbodig is. Wij knippen dan deze lijst uit:
Hoogezand, Van Arnhemsch Bosch; het hout is in 1924 verkocht.
Vledder, Boschlust; kaalgekapt in de oorlogsjaren.
Diever, Zorgvliedidem.
Westerbork, Kymmelbosch; voor het grootste deel geveld.
Zuidlaren, Entingeveel van schoonheid verloren.
Roden, Bosch bij Terheyl; bestaat gevaar voor verkoop.
Delden, Backenhagen; in 1924 in perceelen verkocht.
Enschedé, Wooldrik; bestemd voor bouwterrein.
Hierden, De Essenburg; in 1924 in perceelen verkocht.
Gorssel, Het Hassink; voor eenige jaren in perceelen verkocht.
Laren, De Ehze, 't Ross en Nettelhorst; voor het grootste deel uiteengevallen.
Warnsveld, Waliën; in 1920 in perceelen verkocht.
Brummen, Groote Reesbijna geheel bouwterrein.
Loenen, Loenensche Bosschen in 1924 verkocht; grootendeels geveld.
Nijmegen, Duckenburg; grootendeels van hout ontdaan. 29 Meerwijken; veiling
van lanen en bosschen.
Wehl, Stilliwald; uiteengevallen.
Wilp, De Lathmer; veiling van mooie lanen.
Apeldoorn, Marialust; hout zal binnenkort verkocht worden.
Maartensdijk, Beukenburggroot deel hout verkocht en geveld. Persynten deele
verkocht; grond in bouw- en grasland omgezet.
Houten, Jeannette Hoeve; bijna al het hout verkocht.
Soest, Prins Hendriksoord en Ewijkshoeve; in 1924 in perceelen verkocht. De
Pais; in 1923 aan houtkooper verkocht, tot heden ongerept gebleven.