Betaelt ANDRIES DE VALCKENAERE over 251/2 roede schaliedak, gheleyt op zyn
nieu huys, ghestaen aen de zuytzyde van den Dam tot 8 sc. de roe volgens de
metynghe ende quitancye10 4 sc.
Wat leeren ons deze gegevens? In de eerste plaats, dat het huis „In de Steenrotse"
is gebouwd voor ANDRIES DE VALCKENAERE, die immers eigenaar werd van het
terrein. De overdracht geschiedde toen het huis er al stond, d.w.z. dat het huis is
ontworpen in 1590 en gebouwd in den zomer van 1591. Echter is er meer uit op te
maken. De grondeigenaar was steenhouwer. Dat was in dien tijd overeenkomend met
architect. Noemde zich niet HENDRICK DE KEYSER steenhouwer en beeldsnijder
Nu ligt het voor de hand, dat een steenhouwer-architect een huis voor zichzelf niet
door iemand anders liet ontwerpen. Veilig kan daarom worden aangenomen, dat de
ontwerper van het fraaie huis „In de Steenrotse" is geweest ANDRIES DE VALCKENAERE.
Toen het huis klaar was, verkreeg de eigenaar een premie voor zijn schaliedak, d. i.
leiendak. Een bewijs, dat in de stad toen nog vele rieten daken waren. Hij verkreeg
dit voor 25'/2 vierkante roede. Een oude Zeeuwsche roede is iets meer dan 4 M2.
Het huis is in oppervlak 103 M2. Dit past keurig op de maat van 25^ j2 vierkante roede.
De topografische atlas van het Zeeuwsch Genootschap bevat een teekening van den
gevel, gesigneerd J. SCHüTZ, 1865. Deze teekening schijnt gemaakt te zijn naar een
oudere, welke verdwenen is. Een afbeelding in „Eigen Haard" 1882 is vermoedelijk
gemaakt naar deze zoekgeraakte teekening. De gevel wordt op genoemde afbeeldingen
weergegeven, vrijwel in den staat van vóór de herstelling. Het eenige wat als bij
zonders op te merken valt is, dat de vensters van de verdieping met kleine ruitjes
geteekend zijn en dat de toegang tot den kelder ontbreekt. De jaargang „Eigen Haard"
van 1886 geeft een afbeelding van den gevel, meer van rechts gezien. De gevel is
hier in,denzelfden toestand; de kelderval komt er nu wel op voor.
Er bestaat een schilderij van C. SPRINGER dus van ongeveer 1840 van het huis
„In de Steenrotse"; deze berust in het Teyler's museum te Haarlem. Dit is een fraai
stuk, doch geeft geen nieuwe gezichtspunten.
L. KROOK geeft in zijn Architektur der Niederlande een goeden lichtdruk naar
foto. Daarop zijn de kleine ruitjes van de verdieping te zien; overigens is er niets
bijzonders op te merken.
De plattegrond in vogelvlucht der stad Middelburg, door PlETER BAST, anno
1594, gereproduceerd in „Oud Nederlandsche Steden" door Dr. H. BRUGMANS en
C. H. PETERS, deel II, blz. 24, geeft, zoo men het weet te vinden, zeer klein het
huis „In de Steenrotse" aan, met een hoog dak. Hetzelfde boek (blz. 228229) geeft
een gezicht op Middelburg, waarvan de origineele gravure in Smallegange te vinden
is. Hier ziet men duidelijk op den hoek van de Dwarskaai en Londensche Kaai een
hoekpand met twee toppen en daarnaast aan de Dwarskaai een hoog huis met top
gevel. Het tegenwoordige dok is op deze prent een haven vol fraaie schepen. De top
van het huis, dat ontwijfelbaar „De Steenrots" is, werd in afwijking van tal van andere
trapgevels, geteekend in een samengestelden vorm. Te zien-zijn ook de steenen naalden
aan weerszijden en bovenop.
Al deze afbeeldingen brengen ons echter niet veel verder. Ze leeren ons, dat op
den gevel een top heeft gestaan, wat zonder dat ook wel als bekend verondersteld
kan worden. Immers de houten gootlijst is ontwijfelbaar uit de achttiende eeuw. Boven
dien zijn in de bekende architectuurplaatwerken eenige gevels te Antwerpen en te
Mechelen aan te wijzen, welke zooveel overeenkomst met den Steenrots-gevel ver-
toonen, dat zelfs te overwegen is of deze ontwerpen van denzelfden meester zijn. Men