VI College van technisch adviseurs en algemeen en landelijk beschermingsbeleid Samenstelling van het college (per 31 december 1999) drs. J.C. de Kroon, voorzitter drs. J.P.J. van der Haageft, vice-voorzitter ir. L.W. Barneveld, Groningen ing. S. Wieringa, Friesland ir. G. Tangerman, Drenthe ing. L.S. van Leeuwen, Overijssel ir. F.W.P. van Wezel, Gelderland ing. R.J. Veelders, Gelderland ing. P.D. van Vliet, Utrecht ing. A.L. Lourijsen, Noord-Holland ing. W. Schagen, Noord-Holland ing. L.J. Eelman, Amsterdam ing. A.C. Bitter, Zuid-Holland ir. F.H. Goppel, Zuid-Holland ing. H. Goedegebure, Zeeland ing. L. de Visser, Noord-Brabant ing. H.J J. Oome, Noord-Brabant ing. B.J.M. Tonies, Noord-Brabant ir. H.M.J. Palmen, Limburg Mutaties In het verslagjaar trad de heer R.W. Siebers af als technisch adviseur voor de provincie Gelderland, speciaal belast met de dijkversterkingsproblematiek. De heren Van Wezel en Veelders werden benoemd tot technisch adviseurs voor de provincie Gelderland. De heren Oome en Tonies werden benoemd tot technisch adviseurs voor de provincie Noord-Brabant. Vergaderingen De technisch adviseurs kwamen te Amsterdam in vergadering bijeen op 9 maart, 15 juni, 21 september en 8 december. Het bewaken en verdedigen van de historisch-ruimtelijke schoonheid van Nederland in het algemeen en de cultuurmonumenten in het bijzonder, is de statutaire opdracht van de Bond Heemschut. Vraagstukken van algemene en landelijke aard hiermee verband houdend, worden op de vergaderingen besproken. De vergaderverslagen worden ter kennis gebracht van het dagelijks bestuur. Het, indien mogelijk, formuleren van gemeenschappelijke standpunten naar aanleiding van actualiteiten, was in het verslagjaar weer een hoofdagendapunt. Deze standpunten worden vervolgens door de technisch adviseurs onder de aandacht van de provinciale commissies gebracht. Uniformiteit wordt aldus bevorderd. Ook problematische gevallen en ontwikkelingen waar de technisch adviseurs en provinciale commissies mee werden geconfronteerd kwamen provinciegewijs weer aan de orde. De jaarverslagen van de provinciale commissies, onderdeel uitmakend van dit landelijke jaarverslag, maken melding van ook op deze vergadering behandelde gevallen. Steeds werden ook ontwikkelingen van landelijke aard op het gebied van ruimtelijke beleid, monumentenbeleid, welstands- beleid en landschapsbeleid besproken. De planologische monumentenzorg kreeg in 1999 veel aandacht. Onmisbare instrumenten hiervoor zijn de cultuurhistorische waardenkaarten (provinciaal), cultuurhistorische verkenningen (regionaal en locaal) en cultuurhistorische effectrapportages (locaal). Historische steden, dorpen en landschappen staan onder grote ruimtelijke druk omdat maatschappelijk- economische ontwikkelingen ruimtelijke aanpassingen vereisen. Cultuurhistorische rijkdom verdwijnt te vaak onnodig. In een zo vroeg mogelijk stadium dient de Bond Heemschut bij de ruimelijke planontwikkeling betrokken te raken om te pleiten voor behoud van cultuurhistorisch belangrijke elementen en structuren van stad, dorp en landschap. Gebiedsgerichte historisch-geografische en stedenbouwkundige monumentenzorg verkeert nog altijd in een achterstandssituatie ten opzichte van de klassieke objectgerichte monumentenzorg. In het ruimtelijk beleid voltrekt zich gelukkig een verrassende kentering. In de startnota voor de vijfde Nota over de ruimtelijke ordening werd behoud van culturele identiteit als één van de hoofduitgangs punten vastgelegd. De Raad voor het Landelijk Gebied brak een lans voor behoud en diversiteit van het landelijk gebied en het kabinet presenteerde de uitermate belangrijke Rijksnota Belvedere, waarin cultuurhistorie een voorhoede rol wordt toebedacht bij de ruimtelijke planning en ordening, hiermee een bijdrage leverend aan de ruimtelijke kwaliteitszorg vanuit een dynamische behoudsstrategie. Gemeentelijke erkenning van de noodzaak van gebiedsgerichte planologische monumentenzorg zal Belvedere-beleid kunnen effectueren. De door de Bond Heemschut bij de Belvedere-projectleider 45

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Jaarverslag 1912-1923, 1990-2014 | 1999 | | pagina 47