voor herstructurering moet de Arnhemse binnenstad
weer bij de rivier brengen. Net als in andere steden
bevat dit voorstel tot herstructurering veel hoogbouw.
De Vereniging Stadsschoon Arnhem heeft bepleit
met hoogbouw zorgvuldiger om te gaan dan in het
ontwerp voor het gebied van architect Soeters het
geval is. De Eusebiuskerk heeft eeuwenlang het
stadsbeeld gedomineerd. Met name vanaf de rivier is
dit nog steeds goed zichtbaar. Hoogbouw zal dit
(beschermde) beeld sterk aantasten. Heemschut
onderschrijft dit en stelt daarbij dat het probleem van
het Paradijsgebied een structureel probleem is en dat
de oplossing dus niet in hoogbouw gezocht moet
worden. Met de naoorlogse verkeersdoorbraak Nw.
Oeverstraat/Kleine Oord/Turfstraat/Walburgstraat is
de relatie tussen de noordkant van de binnenstad en de
rivier sterk verstoord. Door het gedeeltelijk onder de
grond leggen van verkeer en het bebouwen van dit
gebied kan het oude stedelijke weefsel worden
hersteld en daarmee ook weer aantrekkelijk worden
voor de binnenstadsbewoner en -recreant om van het
noordelijke winkelgebied naar de Rijn te komen. Naar
aanleiding van de commentaren van onder meer
Arnhems Stadsschoon en Heemschut wordt
momenteel door de architecten Soeters en Van Berkel
gewerkt aan een nieuw voorstel.
Bergh, Doetinchem, Gendringen, Wehl, beeldkwaliteits-
plan buitengebied
Door bovengenoemde gemeenten werd onze
commissie gevraagd om commentaar te leveren op
een i n opdracht van deze gemeenten door Amer
Adviseurs b.v. te Amersfoort samengestelde studie
naar de beeldkwaliteiten van het buitengebied. Deze
studie is gedaan omdat tijdens het opstellen van de
nieuwe bestemmingsplannen voor het buitengebied
behoefte bestond meer inzicht te verkrijgen in de
bestaande, te handhaven en te verbeteren beeld
kwaliteit van de diverse landschappen. Een andere
reden was de toenemende zorg omtrent allerlei
nieuwe en gewijzigde agrarische bebouwing in het
buitengebied, die weinig of geen binding (meer) heeft
met de omgeving, zowel qua inpassing als architectuur.
Men kan ervan uitgaan dat in de toekomst steeds meer
agrarische bedrijven hun activiteiten zullen (moeten)
beëindigen, waardoor weer nieuwe bouwactiviteiten
op gang komen. Daarom voelen de genoemde
gemeenten de behoefte om, waar nodig, meer invloed
te kunnen uitoefenen op onder andere de bebouwing
en de erfinrichting. Het doel van het beeldkwaliteits-
plan is het samenstellen van een toetsingskader om
de welstandsaspecten van bouwaanvragen in het
buitengebied te kunnen beoordelen. Daarbij moet
dan gedacht worden aan eisen ten aanzien van kleur,
materiaalgebruik, kaprichting, maatvoering e.d. van
gebouwen en de situering ervan in het landschap. Een
belangrijk nevendoel is om ook de bewoners van het
buitengebied bewust te maken van de streekeigen
kwaliteiten van het landschap en de architectuur.
Daardoor kan het behouden en/of het versterken van
het streekeigen karakter een gezamenlijk belang
worden van zowel de bewoners als de overheid. De
commissie heeft, na bestudering van het beeld
kwaliteitsplan, haar waardering over de inhoud van
het plan aan de desbetreffende gemeenten kenbaar
gemaakt. Met nadruk is daarbij gewezen op het belang
om het beeldkwaliteitsplan een zo groot mogelijke
bekendheid te geven onder de bevolking. Dit initiatief
verdient op grote schaal navolging.
Betuwelijn, noordoostelijke route
De plannen voor het aanleggen van deze goederen
spoorlijn hebben ook in het oostelijke deel van
Gelderland tot veel beroering geleid. Tijdens de
informatieavonden, die door NS Railinfrabeheer
werden belegd, raakten de gemoederen soms
behoorlijk verhit. De aanleg kan de levenssfeer van de
omwonenden sterk aantasten. De afwijkende maat en
schaal van de spoorlijn ten opzichte van grote delen
van het karakteristieke landschap en de daarin
voorkomende bebouwing zal op vele plaatsen deze
beide ook sterk beïnvloeden. Gelukkig heeft de
regering afgezien van het realiseren van de goederen-
lijn. In het voorjaar van 1999 was daarvan echter nog
geen sprake. De provinciale commissie heeft zich
daarom intensief met de voorgestelde alternatieven
bezig gehouden en in een uitvoerige nota
'Standpuntbepaling' uiting gegeven aan haar
bezorgdheid over de voorgenomen plannen.
Uiteindelijk is gekozen voor een tracé dat, naar het
oordeel van de commissie, de minste schade zou
veroorzaken aan de te doorsnijden cultuurhistorisch
waardevolle landschappen en bebouwing. Een meer
uitgebreide toelichting over dit onderwerp is te vinden
in het augustusnummer van het blad Heemschut.
Bovengenoemd standpunt heeft aanleiding gegeven
tot de vraag of de commissie daarmee geen steun
betuigt aan het Betuwelijn-project. Dat is geenszins
het geval omdat alleen de voorliggende alternatieven
zijn beoordeeld op hun bruikbaarheid en haalbaarheid
vanuit cultuurhistorische overwegingen. Met nadruk
is gesteld dat geen uitspraak is gedaan over nut en
noodzaak van de Betuwelijn. Dat vergt een geheel
andere benadering en die was op dat moment niet aan
de orde.
Elburg, boerderij
De boerderij Oude Harderwijkerweg 76 is gelegen in
het buurtschap de Hoge Enk, enkele meters hoger
dan het verderop gelegen Elburg. Het pand is geen
gemeentelijk monument, maar is in relatie tot de
omgeving wel behoudenswaardig. Naar aanleiding
van een bezwaarschrift van een buurtbewoner is de
status door de gemeente Elburg nog eens bekeken.
Hierbij is geconcludeerd dat door verbouwingen
de status van gemeentelijke monument niet
gerechtvaardigd is. Heemschut heeft hierop naar
voren gebracht dat een mogelijke sloop waarschijnlijk
wel zal leiden tot aantasting van de identiteit van de
plek. De waardevolle landschappelijke situatie in
combinatie met een iets verderop gelegen rijks-
18