filosoferen over opvattingen met betrekking tot
restauraties en behoud.
Aanvankelijk was het bestuur van mening reeds dit
najaar drie Regio-bijeenkomsten te organiseren; één
en ander vergt echter meer tijd, indien het op een
gedegen Heemschut-manier gebeurt.
Vandaar dat het bestuur schriftelijk de provinciale
commissies gaat verzoeken om dit najaar in eigen
kring, in het bijzijn van een lid van het dagelijks
bestuur, ter voorbereiding van de te houden Regio
bijeenkomsten, te discussiëren over de volgende
vraagstukken:
1In 1991 besloot het bestuur tot decentralisatie
van het beschermings- en bewakingswerk. De
provinciale commissies kregen de mogelijkheid om
inhoudelijk en organisatorisch, relatief autonoom te
handelen, ondersteund door professionele hulp
vanuit het landelijk bureau te Amsterdam. Na meer
dan vijf jaren vindt het bestuur het een goede zaak
om deze decentralisatie-besluiten te evalueren.
2. Een logisch gevolg van de theoretische Beleidsnotitie
1997-2000 is de vraag of Heemschut een goede keus
heeft gemaakt en of alle provinciale commissies van
mening zijn dat onze doelstelling op deze manier
voor de komende jaren is te actualiseren.
3Welk model organisatie is nodig om dat beleid uit
te voeren. Is de verenigingsstructuur nog adequaat
of zou er als gevolg van de decentralisatie moeten
worden gewerkt aan autonome afdelingen, waarvan
enkele jaren geleden de mogelijkheden zijn
bestudeerd en uitgewerkt. Welke professionele
hulp moet er, meer dan nu, worden geboden aan
de provinciale commissies en wat te doen indien
de financiering voor het één en ander uitblijft?
Tevens is het van belang hierbij de resultaten van de
experimenten Steunpuntennetwerk te betrekken.
Het bestuur is van mening dat, indien deze nieuwe
werkwijze slaagt, er voor de Bond Heemschut grote
gevolgen aan vastzitten op organisatorisch gebied.
Grondig uitgediept in iedere provinciale commissie,
heeft het zin om in het voorjaar van 1997 in Regio
bijeenkomsten deze meningen en opvattingen in
bredere kring te bediscussiëren en te bestuderen.
Vandaar dames en heren de verschuiving van deze
bijeenkomsten. Als bestuur zijn wij bereid alle
mogelijke hulp en bijstand te verlenen, zodat het
resultaat optimaal wordt.
Dames en héren, onze vereniging is en blijft
in beweging en zal de bewakingsfunctie steeds
actualiseren. In mijn voorwoord in het jaarverslag
1995, dat u zojuist heeft ontvangen, heb ik iedereen
die in 1995 heeft geholpen de doelstelling van
Heemschut vorm en inhoud te geven, bedankt. Vanaf
deze plaats herhaal ik mijn erkentelijkheid en ben
gaarne bereid in deze vergadering antwoord te geven
op uw vragen.
Na deze openingsrede werden de notulen van de
Algemene Vergadering van Leden 1995, de
Jaarrekening 1995, de Begroting 1996 en het
Jaarverslag 1995 door de leden goedgekeurd.
Tijdens deze vergadering ontvingen twee leden van
de vereniging de hoogste onderscheiding van de Bond
Heemschut, de Ton Koot-penning, uit handen van de
voorzitter, de heer J. Franssen, voor hun uitzonder
lijke verdienste, jarenlang verleend aan de vereniging.
Het betrof de hèer mr. W.W. Hopperus Buma, en de
heer ir. P. Reijenga.
Na de sluiting van het officiële gedeelte, verzorgde
achtereenvolgens de heer M. de Munck een
presentatie over de historie van het Waterleiding
bedrijf Midden-Nederland en de heer H. van der
Veen, auteur van het boek Watertorens in Nederland,
een voordracht over watertorens, die vanaf 1836 een
karakterstiek onderdeel vormen van het landschap in
Nederland.
5