De heren Reijenga en Hopperus ontvingen in 1996 de Ton Koot-
penning. V.l.n.r. de heren Duimel, Reijenga, Franssen en
Hopperus Buma (foto:J. Kamerling).
Ton Koot-penning ontving. Bert Franssen startte in
dit nummer een bijzondere serie artikelen over
koloniale architectuur. In dit nummer werd Maleisië
behandeld.
Het oktober-nümmer was vrijwel geheel gewijd aan
de historische stad Delft, die in 1996 750 jaar bestond.
De redactie maakte een wandeling door de
stadsvernieuwing van Delft met prof. Wiek Röling,
analyseerde de zorg voor de openbare ruimte en
beschreef de ontwikkeling van het Agnetapark met
zijn sociale woningbouw. De conclusie van de redactie
in deze special was, dat er weliswaar veel fraais is
verdwenen, maar dat Delft nu op de goede weg is.
Het nummer werd uitgereikt in het stadhuis door
penningmeester mevrouw A.J. Le Coultre-Foest aan
wethouder W. van Leeuwen.
Het december-nummer stond in het teken van de
wederopbouwarchitectuur. De Monumentenwet
hanteert een leeftijdsgrens van 50 jaar voor
monumenten en als gevolg daarvan zijn na-oorlogse
gebouwen van enige allure niet best beschermd. In
Rotterdam is een zeer actieve groep bezig met het
zoeken van een alternatieve bestemming voor
markante bouwwerken, die hun oorspronkelijke
functie verloren. De aandacht van overheden voor het
behoud van wederopbouwarchitectuur laat nogal eens
te wensen over.
REDACTIERAAD
Samenstelling van de redactieraad
A.M. den Haan, voorzitter
drs. J. Kamerling, secretaris
drs. J.J. Bollebakker
B.J.M. Duimel
J.D. Gerritsen
P. de Ruijter
De redactieraad kwam in 1996 zeven keer bijeen.
Vast agendapunt vormde ook in 1996 weer de
evaluatie van de laatst verschenen nummers.
Ook dit jaar functioneerde de raad als een buffer
tussen bestuur en redactie, zodat de redactie.zijn werk
in relatieve autonomie kan verrichten, wat haar
creativiteit sterk ten goede komt.
In 1996 hield de raad zich bovendien uitvoerig bezig
met de plannen tot restyling van het tijdschrift, wat
uitmondde in een samen met de redactie ontwikkeld
actieplan.
Ook in 1996 vormden, naast evaluatie en restyling, de
verdere toekomst van het tijdschrift en de eventuele
samenwerking met de uitgave van de Vereniging
Open Monumenten vaste discussiepunten.
Hans Bollebakker schreef over die samenwerking een
vervolg-notitie De Cost Gaetvoor de Baet JJyt op zijn in
1995 verschenen notitie Heemschut let op Uw Saeck.
Eind 1996 schreef hij een tweede vervolg-notitie:
Geen veren zonder vleugels, die later nog werd
bijgesteld.
De drie notities werden twee maanden later in
gebundelde vormn aan het Dagelijks Bestuur
aangeboden.
De raad werd in het najaar in zijn vernieuwingsstreven
enigermate gehinderd door het gebrek aan informatie
over de nabije toekomst van Heemschut. In een brief
aan het Bestuur vroeg de raad daarom om meer
informatie. Tijdens een extra vergadering, samen met
de PR-medewerkers van Heemschut op 4 december
gaf vice-voorzitter mevrouw drs. I. Günther deze
informatie. Zij concludeerde, dat de restyling gewoon
door kan gaan. Als de Vereniging Open Monumenten
blijft bestaan, kan Heemschut informatie over
activiteiten van deze vereniging opnemen.
Indien er een samenwerking komt tussen de Vereniging
Open Monumenten en Heemschut zal het nieuwe
tijdschrift twee aspecten in de nieuwe redactieformule
moeten onderbrengen nl. beschermingswerk en
promotie van monumenten.
54