VI College van technisch adviseurs en algemeen en landelijk beschermingsbeleid Samenstelling van het College van technisch adviseurs (per 31 december 1996) mr. E. Dienaar, voorzitter drs.J.P.J. van der Haagen, voorzitter ir. L.W. Barneveld, Groningen S. Wieringa, Friesland ir. G. Tangerman, Drenthe ing. L.S. van Leeuwen, Overijssel ir. G.G.L.M. Cremers, Gelderland R.W. Siebers, Gelderland ing. P.D. van Vliet, Utrecht ing. A.L. Lourijsen, Noord-Holland ing. W. Schagen, Noord-Holland A.C. Bitter, Zuid-Holland ir. E.H. Goppel, Zuid-Holland H. Goedegebure, Zeeland ing. H.H.M. Strijbos, Noord-Brabant ing. L. de Visser, Noord-Brabant ing. A.G.J. Albertz, Limburg Mutaties in het College In het verslagjaar 1996 werd tot technisch adviseur voor Drenthe als opvolger van ing. Sj. Jantzen ir. G. Tangerman te Assen benoemd. De heer Siebers te Neerijnen werd aangesteld als technisch adviseur ten behoeve van de Gelderse dijkversterkingsprojecten. De heer Schagen te Nieuwe Niedorp werd benoemd tot tweede technisch adviseur voor de provincie Noord-Holland. Voor een tweede technisch adviseur voor de provincie Gelderland bestaat nog een vacature. De heer Merks nam aan het einde van het verslagjaar afscheid als technisch adviseur in Limburg. Hij wordt opgevolgd door de heer Albertz. Vergaderingen De technisch adviseurs kwamen te Amsterdam in vergadering bijeen op 13 februari, 7 mei, 3 september en 17 december. De statutaire opdracht van de Bond Heemschut is bewaking en verdediging van de historische schoonheid van Nederland in het algemeen en van cultuurmonumenten in het bijzonder, zowel monumentale objecten als monumentale gebieden. Vraagstukken van algemene en landelijke aard betreffende deze statutaire doelstelling, werden op de vergaderingen van de technisch adviseurs besproken onder voorzitterschap van de secretaris van het bestuur mr. E. Dienaar. De vergaderverslagen werden ter kennis gebracht van de leden van het dagelijks bestuur. De technisch adviseurs informeerden hun provinciale commissies over het besprokene. Het formuleren van centrale zienswijzen en het ontwikkelen van landelijke beleidsuitgangspunten naar aanleiding van actualiteiten op het terrein van de heembescherming geschiedde op de vergaderingen van het College van technisch adviseurs. In 1996 stonden de vergaderingen weer vooral in het teken van de problematische Heemschut-gevallen waarmee de provinciale commissies en de technisch adviseurs werden geconfronteerd. Afstemming en uniformering van provinciaal heemschutbeleid werd aldus bevorderd. De verslag legging van de provinciale commissies in dit jaarverslag maakt melding van de ook in de TA vergaderingen aan de orde gestelde gevallen. Ontwikkelingen van algemeen en landelijk belang op het gebied van de ruimtelijke ordening, het architectuur- en welstandsbeleid en het landschapsbeleid, kortom het ruimtelijk kwaliteitsbeleid, passeerden de revue. De nieuwe model-verordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Monumenten op en in de grond, naar een integraal gemeentelijk monumenten en archeologiebeleid kwam aan de orde, evenals de door de Bond Heemschut wenselijk geachte onafhankelijkheid en deskundigheid van de gemeentelijke monumentencommissies, analoog aan de vereisten die sedert de herziene Woningwet gelden voor de welstandscommissies. Een nieuw instrument voor conservation planning - de gemeentelijke historische effectrapportage - werd besproken. De Nederlandse steden, dorpen en landschappen staan onder grote ruimtelijke druk omdat de economisch- technische ontwikkelingen vaak diep ingrijpende ruimtelijke aanpassingen vereisen. Ongemerkt verdwijnt aldus een groot deel van de cultuurhistorische rijkdom. De ruimtelijke planvorming dient in een vroeg stadium rekening te houden met de cultuurhistorische structuur van stad, dorp en landschap. Het instrument hiervoor dat de cultuurhistorische waarde van gebieden kan 48

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Jaarverslag 1912-1923, 1990-2014 | 1996 | | pagina 50