Leidschendam (StiBEL). Het bezwaarschrift van
de provinciale commissie kon gebaseerd worden op
informatie die door Heemschut werd verworven en op
informatie die werd aangeleverd door StiBEL.
Op aanwijzing van Heemschut schreef StiBEL een
brief hierover aan het gemeentebestuur, waaraan
gehoor is gegeven. Tot zover was er dus weinig mis
met dit plan. De 'pijn' echter zat hem in het
appartementengebouw, dat moest maar liefst zes
lagen, zo'n achttien meter hoog worden. In zijn
bezwaarschrift wees de secretaris van de provinciale
commissie namens Heemschut op de aanzienlijke
schade die toegebracht zou worden aan de klein
schalige, historisch bepaalde structuur ter plekke.
Gesteund door de Heemschut-adviseur ging StiBEL
in zijn bezwaarschrift in op met name de schade voor
de beeldkwaliteit en de belevingswaarde van het
dichtbij gelegen historische sluizencomplex. Beide
instellingen lichtten hun standpunten verder toe in
de hoorzitting.
Na een zwak onderbouwde weerlegging door de
gemeente ging de zaak naar de provincie voor vrijstelling
ingevolge art. 19 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening. Het is met name aan de twee elkaar
aanvullende bezwaarschriften te danken dat de provincie,
na overleg met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg,
adviseerde het plan aan te passen. Iets dat binnen de
bebouwde kom zelden voorkomt. Het plan werd met
twee bouwlagen, ruim zes meter, verlaagd.
In het verlengde hiervan drong de provincie er bij
de gemeente op aan nu eens ernst te maken met het
verkrijgen van de status beschermd dorpsgezicht voor
het sluizencomplex, zodat aanvaringen als deze zich in
de toekomst niet meer voordoen. Een fraai voorbeeld
van de wijze waarop Heemschut via het zelf
ondernemen van actie en het ondersteunen van
anderen winst weet te behalen ten behoeve van de
historische schoonheid van ons land zonder nieuwe
ontwikkelingen onmogelijk te maken.
Nieuwpoort, bouw supermarkt Schoolstraat 2
De stadswallen van Nieuwpoort zijn niet ontmanteld.
In 1892 besloot men namelijk de wallen in stand te
houden en goed te onderhouden, zodat de stad een
toevluchtsoord kon zijn in het geval een waters
noodramp het omliggende gebied zou treffen. Door
deze nieuwe functie zijn de wallen niet geslecht en
omgevormd tot stadsparken zoals in zoveel steden het
geval is, maar bewaard gebleven. Bij de aanwijzing tot
beschermd stadsgezicht was dit de reden om buiten de
omwalling een zone van circa 100 meter binnen het
beschermd stadsgezicht op te nemen. Alleen ter
plaatse van een aantal scholen is dit niet het geval.
De grens van het stadsgezicht is hier ingesneden tot
aan de grachtengordel. Heemschut maakt nu bezwaar
tegen de sloop van de scholen en de bouw van een
supermarkt. Gevreesd wordt namelijk dat de klein
schalige schoolbouw plaats maakt voor grootschalige
nieuwbouw waardoor de historische waarde van de
omwalling wordt aangetast.
Coördinatiecommissie dijkverzwaring
De coördinatiecommissie dijkverzwaring voor de
provincie Zuid-Holland is een onafhankelijke, door de
provincie ingestelde adviescommissie. Permanent
vertegenwoordiger voor Heemschut is drs. J.J.
Bollebakker die na vijfjaar zijn functie, medio 1996
neerlegde. Hij wordt opgevolgd door mevrouw
drs.J. Loonstra. Ook mevrouw H.M. Schot-van
Wijngaarden, voor het dijkvak Papendrecht, beëindigde
- na vier jaar - haar werkzaamheden aangezien de
advisering over dat dijkvak in de Coördinatiecommissie
dijkverzwaring was beëindigd. De agenda van de
commissie werd ook dit jaar in hoofdzaak bepaald
door de nasleep van de noodwetprocedure waarbij
weliswaar alle monumenten en het stadsgezicht van
Vianen gespaard bleven, doch waarbij niet te ontkennen
valt dat het landschap als gevolg van de dijkverzwaring
hoe dan ook ernstig te lijden heeft met name op het
traject Vianen-Lexmond-Langerak. Bij Langerakvalt
het verlies van een buitendijks pand te betreuren dat
- hoewel geen monument- wel in belangrijke mate
bijdraagt tot het ensemble waartoe ook het fraaie kerkje
behoort. Authenticiteit, samenhang en karakteristiek
worden hierdoor ernstig aangetast. De Dalemse sluis
ten oosten van Gorinchem blijft behouden en op het
traject Hagesteijn-Jaarsveld-Schoonhoven worden
geen cultuurhistorische waarden aangetast.
PR-activiteiten
De bescheiden voornemens die de PR-medewerker
aan het begin van het jaar had geformuleerd, werden
zoveel mogelijk uitgewerkt en in praktijk gebracht.
Vanuit de overtuiging, dat public relations een
doorlopend proces is waarbinnen de maatschappij
in breedste zin op de hoogte wordt gebracht van
het bestaan en de werkzaamheden van de Bond
Heemschut, was de benadering van het publiek
binnen de provincie soms grootschalig (persberichten
in verschillende huis aan huis- en dagbladen), dan
weer meer op een persoon gericht.
Indien de PR-medewerker, in een gesprek met om het
even welke persoon erachter kwam dat die nog niet op
de hoogte was van ons bestaan, werd met een kort
begeleidend briefje een nummer van het tijdschrift
toegezonden. Natuurlijk wordt de aangeschrevene
dan zelden meteen lid, maar hij/zij heeft wel met ons
kennis gemaakt en weet ons in het vervolg te vinden!
Verschillende zaken springen eruit met als
hoogtepunt de met veel improvisatie en inzet van de
provinciale commissie, en niet te vergeten de Rijks
gebouwendienst, openstelling op Open Monumenten
dag van het voormalig Adgemeen Rijksarchief aan het
Bleijenburg in Den Haag. (Zie ook Heemschut
augustus en oktober.)
Een andere gebeurtenis was de aanbieding van het
Heemschut-nummer over Delft aan de Delftse
wethouder de heer W. v. Leeuwen door ons bestuurs
lid mevrouw A.J. Le Coultre-Foest. Een bijeenkomst in
35