VIII Tijdschrift Het tijdschrift heeft zich in 1995 op een evenwichtige manier verder kunnen ontwikkelen ondanks de stormachtige ontwikkelingen in de monumenten wereld, met name in de tijdschriftensector. In 1995 kwam de Vereniging Open Monumenten uit met vier nieuwe uitgaven van het tijdschrift Open Monument. Het nieuwe tijdschrift bleek geen bedreiging te vormen voor het tijdschrift Heemschut. De formules van beide bladen zijn zo verschillend, dat ze zich niet in eikaars vaarwater begeven. Open Monument richt zich op het massale publiek van de Open Monumentendagen, Heemschut richt zich op breed publiek, wier interesse en betrokkenheid duidelijk verder gaat dan af en toe een bezoek aan open monumenten. Een ander verschil is, dat Open Monum.ent zich richt op de popularisering van het monument, terwijl Heemschut primair een (beschermings)actie-tijdschriftis. Het is mede als gevolg van het grote verschil in redactie-formule in 1995 uiteindelijk niet gekomen tot nauwe samenwerking tussen de tijdschriften. Wel begon Heemschut met het opnemen van de agenda van de Vereniging Open Monumenten. Eind 1995 zag het er overigens al naar uit, dat het blad Open Monument niet in ongewijzigde vorm gecontinueerd gaat worden. Redactieraad en redactie hebben zich in 1995 niet laten afleiden door de komst van nieuwe bladen en zijn hard bezig geweest met voorbereidingen tot 'restyling' en verdere opwaardering van het tijdschrift. Dit in nauwe en goede samenwerking met mede-uitgever Waanders te Zwolle. In het verslagjaar experimenteerde de redactie al, op basis van de resultaten van het lezersonderzoek van 1994, heel behoedzaam met verbetering van de vormgeving. Meer spectaculaire veranderingen zullen met ingang van 1997 of al eerder volgen. De redactie streefde in 1995 naar een lichte verschuiving in de volume-verhouding tekst/beeld materiaal. Er werden meer en grotere foto's afgedrukt terwijl de teksten van de artikelen korter en bondiger werden. De redactie onderging in het verslagjaar geen wijzigingen. Zij bestond ook in 1995 weer uit mevrouw drs. A.M. ten Cate en de heren drs. H.C. Franssen en drs. J. Kamerling (eindredacteur). Tot de groep vaste medewerkers behoorden in 1995 J.Th. Balk, drs. M. Berkers, W. Burgers, drs. V. Collette, drs. L. van der Meule, A. Lieth, A. van Renssen en drs. O. van der Klooster. Tot deze groep behoren ook de PR-medewerkers, die regelmatig actie-nieuws en artikelen voor het tijdschrift schreven. Hun namen: G.M.J. Ackermans, G. Bayens, J.D. Gerritsen, R. Kers, drs. L. van der Meule, Ch. Rambonnet-Sloet van Ruitenborgh, G.A.J. de Vries en S. Simon. Tot grote droefenis van de redactie overleed in 1995 de vaste medewerker J.Th. Balk, die van 1981 tot 1983 tevens eindredacteur en in 1986 interim-redacteur was. Heemschut verloor in hem een begenadigd auteur, wiens artikelen vaak van poëtische schoonheid waren. Ook in 1995 werden weer diverse thema's behandeld in het tijdschrift. Een mini-thema in het februari-nummer vormden oude winkelpassages zoals de Haagse Passage en de Passage van Dudok in Schiedam. Het april-nummer was vrijwel geheel gewijd aan Spoorwegmonumenten en het monumentenbeleid van de Nederlandse Spoorwegen. De spoorweg-special zette luister bij aan de studiedag, die NS samen met Heemschut over dit thema organiseerde. Veel aandacht in de landelijke pers kreeg de 'bekering' van NS-bouwmeester ir. C. Douma tot monumenten minnaar, waarvan Heemschut de primeur had. Heemschut blijft echter alert, wanneer het signaleert, dat Douma weliswaar de grote inbreng van monumentenorganisaties als Heemschut prijst maar tevens meent, dat de monumentenliefde nu wel zijn grens moet hebben bereikt. De.NS-special werd officieel uitgereikt door de vice-voorzitter van Heemschut drs. D. van Leeuwen aan de voorzitter van de studiedag mevrouw M.C. Meindertsma, wethouder van Zwolle. Het juni-nummer stond in het teken van het 750-jarig bestaan van Haarlem. Met name de kolossale nieuwbouwplannen voor het Enschede-terrein midden in de stad krijgen veel aandacht. Heemschut signaleerde naast goede en slechte voorbeelden van winkelpuien het toelaten door de gemeente van lelijke ingrepen in de binnenstad zoals de afschuwelijke gebouwen tegenover het fraaie station. In een interview kreeg de wethouder van ruimtelijke 50

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Jaarverslag 1912-1923, 1990-2014 | 1995 | | pagina 52