iets spannender zou kunnen. Dat laatste geldt met
name voor de jongeren.
Het onderzoeksbureau concludeerde, dat het tijdschrift
de potentie heeft om het abonnee-bestand te
vergroten. Daartoe raadt het enkele wijzigingen aan,
die echter gedoseerd zouden moeten worden
toegepast. Er zou meer gebruik moeten worden
gemaakt van kleur. Wat de inhoud betreft zouden
acties van leden meer aandacht moeten krijgen én zou
er een aparte rubriek moeten komen over gebruikers
van monumenten. De ontstaansgeschiedenis van
steden en dorpen zou meer aandacht moeten krijgen
evenals onaanvaardbare ingrepen in de historische
omgeving.
De redactie stelt eind 1994 op basis van dit onderzoek
een advies op, dat in de redactieraad aan de orde werd
gesteld.
De redactie onderging in 1994 geen wijziging.
Zij bestond uit: mevrouw drs. A.M. ten Cate en de
heren drs. H.C. Franssen en drs. J. Kamerling
(eindredacteur).
Tot de groep vaste medewerkers behoorden in 1994
J.Th. Balk, drs. Berkers, drs. G. Buist, W. Burgers,
drs. V. Collette, B.J.M. Duimel, J.D. Gerritsen,
R. Lureman, drs. L. van der Meule, ing. A. Reitsma
en J. Wouters.
Als gastredacteur fungeerde in 1994 drs. E. Dolné
(augustus-nummer)
Ook in 1994 leverden de PR-medewerkers kopij over
acties en nieuws uit de provincies.
De meeste afleveringen van Heemschut behandelden in
1994 een bepaald thema of sub-thema.
Het februari-nummer schonk vrij veel aandacht aan
landschap en tuinen. Opmerkelijk waren de artikelen
over hooibergen van Suzan Jurgens en het 'wonder
van Rhoon' van J.H. Kruizinga.
Het april-nummer ging vrijwel geheel over de
monumentenstad Leiden en de Leidse stadsvernieuwing.
De redactie dankt met name de heer mr. C.J. Vogel,
oud-voorzitter van de redactieraad, voor zijn
enthousiaste medewerking bij de totstandkoming van
dit nummer.
Het juni-nummer stond in het teken van groen en
landschap.
Herman Moscoviter schreef een boeiend artikel over
Diergaarde Blijdorp en Vera Amende en Addy Stoel
schreven een opmerkelijk artikel over de Amsterdamse
keurtuinen. Over historische begraafplaatsen verscheen
een uitstekend artikel van Meindert Stokroos.
Het augustus-nummer was voor een groot deel gewijd
aan Breda, waar in oktober de Landelijke Heemschut
dag plaats vond.
De redactie dankt Erik Dolné voor de prima
samenwerking bij de realisatie van dit thema-nummer.
Het oktober-nummer stond in het teken van de
tweejaarlijkse beurs Restoration 94. In dit nummer
waren enkele interviews met deelnemers aan deze
beurs opgenomen.
Het december-nummer had als thema historisch
interessante restaurants en herbergen. Interessant was
met name het artikel van Jaap Balk over restaurant/
Culinair Museum de Mariënhof te Amersfoort, waar
dit nummer ook werd uitgereikt.
Opmerkelijk was verder de bijdrage van de schrijver
Adriaan van Dis. Zijn toespraak De woestijn leeft over
architectuur en openbare ruimte bij de uitreiking van
de Heemschut Persprijs 1994 werd volledig afgedrukt.
REDACTIERAAD
Samenstelling van de redactieraad
A.M. den Haan, voorzitter
drs. J. Kamerling, secretaris
drs. J.J. Bollebakker
B.J.M. Duimel
J.D. Gerritsen
P. de Ruijter
Vergaderingen
De redactieraad kwam ook in 1994 weer zesmaal
bijeen.
Halverwege 1994 nam de heer A.M. den Haan het
voorzitterschap over van de heer mr. C.J. Vogel, die
ruim drie jaar voorzitter van de raad is geweest. Op
27 augustus overleed het raadslid de heer H. Knijtijzer,
die bijna acht jaar een zeer betrokken lid van de
redactieraad is geweest. De redactieraad genoot die
jaren van zijn markante bijdragen aan de discussie en
zijn aanstekelijke humor. In de raad werd de heer
Knijtijzer opgevolgd door de heer drs. J.J. Bollebakker,
die lid van de provinciale commissie Zuid-Holland is.
Speciaal om de communicatie met de PR-medewerkers
te optimaliseren trad in 1994 ook tot lid van de raad
toe de heer J.D. Gerritsen, die tevens lid van de
provinciale commissie Noord-Holland en PR-
medewerker is.
De vergaderingen werden in 1994 als vanouds ook
bijgewoond door de redacteuren mevrouw drs. A.M.
ten Cate en de heer drs. H.C. Franssen en de directeur
ruimtelijke en juridische zaken de heer drs. J.P.J. van
der Haagen.
De redactieraad functioneerde ook in 1994 weer als
een kwaliteitsverhogend klankbord voor de redactie
en fungeerde bovendien als buffer tussen bestuur en
redactie. De redactie kon daardoor weer zijn werk
zelfstandig en gemotiveerd verrichten.
43