Wanthuis van het stadhuis van Deventer was belegd,
werd bijgewoond door 62 leden.
Nadat de verslagen van de twee Algemene
Vergaderingen van Leden, respectievelijk te Utrecht
en Den Haag, waren goedgekeurd, werd de ingekomen
brief van de heer ir. P.M. Vrijlandt aan de orde
gesteld. De brief had betrekking op het samenstellen
en het functioneren van de provinciale commissie
Noord-Holland. De schrijver pleitte tevens voor een
beleidsplan-democratie. De voorzitter zegde toe de
problematiek Noord-Holland te zullen aanpakken.
De vergadering ging vervolgens accoord met de
benoemingen van mevrouw A.J. Le Coultre-Foest tot
lid van het dagelijks bestuur in de functie van
penningmeester, ingaande 1 juni 1994; de heer
S. Sakko tot lid van het dagelijks bestuur en de heer
ir. R.M.Th. Adriaansens tot lid van het algemeen
bestuur, in de vacature van drs. W.J. Plomp.
De heren J.C. de Kroon en mr. D.J. Merhottein
werden herbenoemd in het algemeen bestuur.
Mevrouw mr. R.E. Verheijen-van Heukelom en de
heren drs. H.R. Caderius van Veen en drs. W.J. Plomp
traden af als bestuurslid. De voorzitter dankte deze
leden voor hun inzet voor het beschermmgswerk van
Heemschut.
Vervolgens werden het Jaarverslag 1992, de Rekening
en verantwoording van de financiën 1992 en het
Restauratie Hulpfonds goedgekeurd.
Aanvaard werd een voorstel van het dagelijks bestuur
om de contributie per 1 januari 1994 te verhogen.
Samen met de grote ledenwerfactie en een kleine
bezuiniging op de personeelslasten, zal het structurele
tekort in 1993 op de begroting moeten dalen.
Een aantal leden maakte gebruik van de rondvraag.
De heer Vrijlandt is van mening, dat de provinciale
commissie Noord-Holland ondemocratisch
functioneert.
De voorzitter antwoordt, dat er geen verkiezings
reglement is voor nieuwe commissieleden. Bij
coöptatie worden leden geworven.
De heer Moelaart krijgt als antwoord op zijn vraag
naar bundeling van monumentenperiodieken:
Heemschut heeft een initiatief genomen in samen
werking met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg
om hierover van gedachten te wisselen.
Mevrouw Franken Ott spreekt de hoop uit dat het
grootschalige bouwen in het verhaal over de harmonie
oud- en nieuwbouw aan de orde zal worden gesteld.
De uitstraling hiervan tast namelijk de woonomgeving
en de monumenten aan.
De heer Dienaar, voorzitter van het College van
technisch adviseurs antwoordt, dat de Bond
Heemschut zich zeker bezighoudt met het
grootschalig bouwen en de effecten daarvan. De Bond
voert tegen onverantwoorde, storende grootschalige
nieuwbouw, onder meer de Larmagtoren in
Amsterdam, altijd actie.
In het tijdschrift van december zal aan dit thema
aandacht worden besteed.
De heer Franken benadrukt, dat de TV een uitstekend
medium is om de naamsbekendheid van Heemschut te
bevorderen.
De voorzitter beaamt dit, maar de omroepen krijgen
steeds meer verzoeken van instellingen en vragen
daarvoor grote bedragen! Desalniettemin blijft
Heemschut alert en zal nogmaals een poging doen.
Aansluitend op de Vergadering werd in groepen een
stadswandeling georganiseerd in de omgeving van het
Stadhuis. Bezocht werden enkele gerestaureerde
panden van de NV Bergkwartier en de Grote of
St.-Lebuinuskerk. De goed bezochte vergadering en
de excursie werden afgesloten met een ontvangst door
de burgemeester van Deventer, mr. C.J.D. Waal.
In een korte toespraak prees hij het beschermingswerk
van Heemschut. Onze voorzitter, de heerj. Franssen,
dankte de burgemeester voor de genoten gastvrijheid.
De heer Dienaar, secretaris van Heemschut en voorzitter van
het College van technisch adviseurs.
4