bescherming valt te memoreren dat de herziening van
de Natuurbeschermingswet nog altijd zijn beslag niet
heeft gekregen, zodat het op grond van deze nieuwe
wet aanwijzen van historisch waardevolle
landschappen tot beschermd landschapsgezicht nog
niet tot de mogelijkheden behoort.
Landschapsbescherming is ook cultuurbescherming.
De noodzakelijkheid van een gericht herbestemmings-
beleid voor historisch waardevolle panden wordt,
anders dan in ruimtelijke ordeningsverband, door
gemeentebesturen nog te weinig erkend.
De instandhouding van de monumenten van cultuur
staat of valt met een verantwoord en passend (her)-
gebruik. Monumentenzorg is ook documentenzorg.
Deze stellingen zal de Bond Heemschut blijven
verdedigen.
'Mevrouw de Minister, dd 23 november 1993
De Bond Heemschut stelt er prijs op zijn waardering
uit te spreken voor het onafhankelijke en objectieve
onderzoek naar de feiten omtrent de staat van de
Nederlandse monumenten, teneinde te kunnen
vaststellen de 'opgave' voor het beleid op het terrein
van de monumentenzorg tot het jaar 2005. Uwerzijds
zal dit resulteren in een nog op te stellen 'strategisch
plan voor de monumentenzorg'.
Vooral de afgelopen twintig jaren is vele malen en bij
veel gelegenheden nadrukkelijk in woord en geschrift
door de Bond Heemschut - ter voldoening aan zijri
statutaire doelstelling - geattendeerd op de tekorten
en noden op het terrein van de monumentenzorg.
Gedurende deze periode is de erkenning van het
belang van de Nederlandse monumentenzorg alom
toegenomen, zowel het culturele, het economische,
het toeristisch-recreatieve als het planologische
belang. Nota's en beleidsplannen van gemeenten en
provincies, journalistieke en publicitaire producties,
massa evenementen als Kerkepaden en Open
Monumentendagen getuigen hiervan.
Ook de Minister-president verklaarde op 29 september.
1988 op het symposium 'Monumentenzorg op het
breukvlak van twee eeuwen' in de St. Jacobskerkte
's-Gravenhage, vanzelfsprekend namens het kabinet,:
'Wij naderen ras het laatste decennium van deze eeuw.
Het is goed dat wij ons bewust bezig houden met de
toekomst van onze monumenten, ons cultuurhistorisch
erfgoed; met een beleid dat voor de monumenten een
volwaardige plaats inruimt. Zij zullen vitaal blijven en
belangrijke en veelzijdige maatschappelijke functies
vervullen. Door het directe monumentenzorgbeleid
van alle overheden, maar ook door het milieubeleid,
het natuur- en landschapsbeleid en het onderwijsbeleid.
Inderdaad, monumenten moeten ons een zorg zijn'!
Indachtig deze woorden doet de Bond Heemschut, nu
met het verschijnen van het evaluatierapport en de
vaststelling van de restauratie-opgave een mijlpaal in
de geschiedenis van de monumentenzorg is bereikt,
een klemmend beroep op U in het op te stellen
'strategisch plan voor de monumentenzorg' de politieke
erkenning van het belang van de monumentenzorg,
een erkenning die maatschappelijk al zo lange tijd
bestaat, in de vorm van een substantiële verhoging van
het restauratiebudget te laten doorklinken.
Op 27 mei 1992 heeft de monumentenwereld de
noodklokken letterlijk la ten luiden, waar alle
aanleiding toe bestond gelet op het sterk gedaalde
Rijksbudget voor de monumentenzorg. Moge door
Uw beleidsmaatregelen dit klokgelui in 1994 niet
meer nodig zijn.
De kritieke fase waarin de Nederlandse monumenten
zorg zich bevindt, geeft ons aanleiding tot het maken
van een vergelijking met de staat waarin steden en
dorpen zich in de zeventiger jaren bevonden.
De derde Nota op de Ruimtelijke Ordening
proclameerde toendertijd de noodzaak van een groot
schalige inhaaloperatie op het terrein van de stads- en
dorpsvernieuwing. De politieke erkenning van deze
noodzaak leidde toen tot een beschikbaarstelling van
vele miljarden aan overheidsbijdragen. De vierde
Nota op de Ruimtelijke Ordening codificeerde het
belang van de monumentenzorg in het kader van het
ruimtelijk beleid inzake de dagelijkse leefomgeving
(zie P.K.B. Dalo 2, punt 3). Deze erkenning van het
monumentenbelang in de vierde Nota op de
Ruimtelijke Ordening rechtvaardigt een beleids
ontwikkelingsstrategie voor het Nederlandse
monumentenbestand, zoals eertijds tot stand kwam ten
behoeve van de in verval geraakte steden en dorpen.
De Bond Heemschut spreekt dan ook de gerecht
vaardigde verwachting uit dat door Uw toedoen de
talloze in verval geraakte monumenten van cultuur
binnen afzienbare tijd in een normale staat zullen
worden gebracht. Eerst dan zal het woord van de
Minister-president 'Inderdaad, monumenten moeten
ons een zorg zijn' ook politieke zin krijgen.
In 1961, bij de parlementaire behandeling van de
eerste Monumentenwet in de Eerste Kamer merkte
een afgevaardigde op 'Het is simpele Eerste Kamer
wijsheid, dat geld de zenuw is van de monumenten
zorg.' De Bond Heemschut acht deze eenvoudige
wijsheid ook nu nog zeer actueel.
De Bond Heemschut ziet Uw 'strategisch plan voor de
monumentenzorg' met grote belangstelling tegemoet,
en verwacht dat de kwalitatieve vernieuwing van de
monumentenzorg eveneens met voortvarendheid ter
hand zal worden genomen.
Met de meeste hoogachting,
namens het bestuur van de Bond Heemschut,
w.g. mr. E. Dienaar, secretaris'
42