vond plaats 15 mei. Ongeveer 40 leden bezochten het
oude stadje Batenburg, de kasteelruïne, de eendekooi
en het nabijgelegen kasteel Hernen.
De organisatie van de landelijke Heemschutexcursie
op 16 oktober nam een groot gedeelte van de
zomermaanden in beslag. Het uitzetten van de route,
de te bezoeken objecten, de organisatie van het vervoer,
kortom de hele logistiek vroeg de inzet van diverse
commissieleden. Aan de tocht door de Gelderse Poort,
het gebied tussen de stuwwallen van Montferland,
Nijmegen en de Veluwe, namen 340 leden deel. Naast
de commissieleden werden ook deskundigen van het
Buro Stroming en Stichting Ark gevraagd voor de
begeleiding hetgeen aan de excursie door dit
Rijnstrangengebied een duidelijke meerwaarde gaf.
De presentatie van het augustusnummer van
Heemschut, waarin ruim aandacht voor de Gelderse
Poort, vond plaats in het Provinciehuis te Arnhem.
Gedeputeerde mevrouw M. Nagel nam het eerste
nummer in ontvangst uit handen van de voorzitter van
de provinciale commissie Gelderland, de heer
Hopperus Buma. Aanwezig was een aantal genodigden
waaronder de algemeen directeur van de Bond
Heemschut, de heer B.J.M. Duimel, en een
vertegenwoordiger van de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg, de heer D. Verfürden.
Het decembernummer van Heemschut, met als thema
Nieuwbouw in historische omgeving, werd wederom
gepresenteerd in Gelderland en wel in het gemeente
huis te Wageningen.
De reizende Heemschut-tentoonstelling Jongere
Bouwkunst in Gelderland, 1850-1940 mag zich in een
blijvende belangstelling verheugen. De expositie was
in 1993 te zien in het kerkje Persingen in de gemeente
Beek-Ubbergen en in de gemeentehuizen te Millingen
aan de Rijn, Nijmegen en Apeldoorn. In laatstgenoemde
stad werd op aanvullende panelen informatie gegeven
over het gemeentelijke monumentenbeleid toegespitst
op de wijk Oranjepark. Een dergelijke toevoeging
wordt door de tentoonstellingscommissie toegejuicht
om de plaatselijke betrokkenheid te vergroten.
In het concertgebouw De Vereeniging te Nijmegen
was Jongere Bouwkunst in Gelderland te zien op het
symposium, gehouden tijdens de opening van de
landelijke Open Monumentendag, waar mr. P. van
Vollenhoven een inleiding verzorgde in zijn
hoedanigheid van voorzitter van het Nationaal
Restauratiefonds
In 1993 is de tentoonstellingscommissie overgegaan
tot de aanschaf van nieuwe panelen ter vervanging van
de geleende panelen van het NCM. Eén en ander
werd mogelijk gemaakt door subsidiegevers
waaronder het Anjerfonds en het Hoegenfonds.
In 1993 werd de pers onder andere benaderd over:
- het rapport van de Commissie Toetsing
Uitgangspunten;
- rivierdijkversterkingen;
- het kort geding over de dijkversterking van de
Erlecomsedam;
- de Tweede Kamervergadering over de rivierdijken;
- het bouwplan voor de rechtbank te Zutphen;
- de Open Monumentendag;
- de Heemschut persprijs, door mevrouw R. Beckers
uitgereikt in het Gelderse Tiel;
- de wateroverlast langs de rivieren eind december;
- de sloop van het café te Voorthuizen;
- de plannen rond de Drie Huizen te Nijmegen;
- de tentoonstelling Jongere Bouwkunst in Gelderland,
1850-1940.
Verder gaven de verschillende media aandacht aan
andere onderwerpen, zoals het verzoek om
rijksbescherming voor de Tricotfabriek te
Winterswijk. Op 29 december was de pr-functionaris
te gast in een life-uitzending van De Kwestie (AVRO's
radiojournaal) over de wateroverlast langs de rivieren.
Hij leverde in 1993 bijdragen aan twee boeken over de
rivierdijken: Landschap als geheugen (Cadans,
Amsterdam) en De Bomendijk ('t Widde Vool, Onnen).
Voorts trad hij op als spreker en forumlid op een
KfVI-symposium over rivierdijken (18 februari te
Arnhem) en, onder overweldigende belangstelling van
circa 500 personen, op een thema-avond over de
stedebouwkundige ontwikkeling van Winterswijk
(22 november).
In twintig gemeentelijke monumentencommissies in
Gelderland is Heemschut vertegenwoordigd, hetzij
door een rechtstreeks mandaat, ofwel doordat
Heemschutleden zitting hebben op persoonlijke titel.
De onderlinge contacten en uitwisselingen verlopen
nog niet zoals gewenst; hier zal in de toekomst aan
gewerkt moeten worden. Ook de uitbreiding van een
meer adequaat netwerk van contactpersonen en
berichtgevers behoeft de aandacht van de Gelderse
provinciale commissie.
17