12 raad", waarvan zooveel invloed ten goede zou kunnen uitgaan, kon niet worden besloten. Zulk een lichaam, dat adviezen zou kunnen geven, vooral waar nieuwe bouwwerken moeten worden gesticht en dat veel ontsiering, die nu uit onkunde en niet uit onwil plaats vindt, zou kunnen voorkomen, zou veel voor het behoud der schoonheid van Nederland kunnen doen. Enkele vlugschriften konden worden verspreid, doch de middelen reikten niet, om ze van illustraties te voorzien, en ook het uitgeven van een maand? schrift ging boven de krachten van den Bond. Versterking van de geldmiddelen waarover Heemschut beschikt is dus noodig. Daarom richtte het Bestuur zich om vrijwillige bijdragen te vragen tot velen in den lande, van wie verwacht mocht worden, dat zij den Bond zouden willen steunen. Verscheidene personen verklaarden zich tot het geven van een jaarlijksche bijdrage bereid. Met het rondzenden der aanvragen wordt geregeld voortgegaan, en het Bestuur spreekt de verwachting uit, dat, nu van de sympathie, welke het Ne? derlandsche volk voor Heemschut voelt, zoo dikwijls reeds gebleken is, deze sympathie zich ook zal uiten door het schenken van jaarlijksche bijdragen. Het behoud der schoonheid van Nederland is een zaak van zóó groot be? lang, dat zij wel een geldelijk offer waard is. Immers, zou die schoonheid te loor gaan, zou het karakteristieke van ons vaderland verdwijnen, dan zou de aantrekkelijkheid, die het voor vreemdelingen bezit, verminderen. En nu tegenwoordig zoo veel gedaan wordt, om het vreemdelingenverkeer in ons land te bevorderen, mag wel worden bedacht, dat het instandhouden der schoonheid een der meest doeltreffende middelen ter bevordering van dat verkeer is. Tot het laatst der achttiende eeuw is de schoonheid van Nederland vrijwef ongerept gebleven. Steeds kwam tot dien tijd, als veranderingen gemaakt werden, nieuwe schoonheid in de plaats van de oude die verdween. Maar de negen? tiende eeuw zwaaide zonder mededoogen den moker, dempte wateren, deed gedenkteekenen verdwijnen, zonder iets te kunnen voortbrengen, dat met het oude op één lijn mocht worden gesteld. Overal was de niets ontziende reclame er op uit, door zoo schril mogelijke tegenstellingen de aandacht van den voor? bijganger te trekken. Zou dit zoo doorgaan, dan bleef er van ons schoon al spoedig niet veel meer over. De Bond Heemschut stelt zich ten doel, te waken voor de schoon? heid van Nederland. Moge hij, door veler medewerking, dit doel bereiken! De le Secretaris, A. W. WEISSMAN.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Jaarverslag 1912-1923, 1990-2014 | 1912 | | pagina 12