bliek vernietigd. Per 1 Januari 1800 gingen de koloniën, voor
zover deze nog niet aan de Engelsen verloren gegaan waren,
naar de Staat over. Van Overstraten, een onkreukbaar en
bekwaam man, die zich als Gouverneur van Java's noordkust
verdienstelijk gemaakt had en Gouverneur-Generaal was ge
worden, nadat de familie-regering Nederburgh-Alting-Siberg,
berucht door de schandalen, welke zich te Batavia hadden
voorgedaan, was afgetreden, werd 11 November 1800 tot
luitenant-generaal in dienst der Bataafse Republiek aange
steld. Hij gaf zich veel moeite voor de verdediging van Ba
tavia, doch overleed reeds medio van het volgende jaar.
Toen na de vrede van Amiens voorlopig het gevaar, dat
Engeland de Hollandse nederzettingen in Indië in bezit zou
nemen, was geweken (Ceylon bleef in Engelse handen), werd
een Charter voor de Aziatische bezittingen opgesteld, dat
echter in verband met de opnieuw uitgebroken oorlog met
Engeland niet in practijk werd gebracht. Het is evenwel als
voorloper en basis te beschouwen der latere regerings-regle-
menten. Inmiddels was de Bataafse Republiek vervangen door
het Koninkrijk Holland. Op bevel van zijn broeder, de Keizer,
moest Koning Lodewijk Napoleon andere maatregelen t.a.v.
de koloniale gebieden nemen, vooral om deze tegen de En
gelsen te kunnen verdedigen. Daartoe was een kracht-figuur
nodig, waarvoor mr. Herman Willem Daendels gekozen werd,
die als vurig patriot had bijgedragen tot de stichting van de
Bataafse Republiek. In Januari 1807 werd hij tot Gouver
neur-Generaal benoemd en kreeg een instructie mee, waarin,
behalve de zorg voor het organiseren der verdediging, meer
moderne inzichten in koloniaal bestuur tot uiting kwamen en
ten aanzien van Batavia bepaald was, de gezondheidstoestand
te verbeteren en zo dat niet mogelijk zou blijken, voorstellen
te doen: „naar welk meer gezond en daartoe geschikt gedeelte
van het eiland Java de hoofdplaats van onze Aziatische Co-
loniën en Bezittingen zoude kunnen worden verlegd". Waar
de instructie bij herhaling op de meest mogelijke zuinigheid
aandrong, was Daendels practisch een onmogelijke taak op
gedragen. Over de ingrijpende veranderingen, door welke hij
aan de stedebouwkundige ontwikkeling van Batavia een zeer
90