gaf verlof Buitenzorg tegen een billijk geschat bedrag aan
Baron Van Imhoff en diens erven af te staan. Toen na diens
dood op 1 Nov. 1750 zijn erven niet in staat bleken het te
beheren, werd dit landgoed in 1751 voor 5500 Rds. aan G.G.
Jacob Mossel overgedaan.
In de tweede helft van de achttiende eeuw ging het steeds
meer bergaf met de Compagnie. Dat was niet te verwonderen,
waar ook de Republiek der Vereenigde Nederlanden door de
familie-regering der Regenten vermolmde. Ontduikingen der
Compagnie's bepalingen en corruptie zouden nimmer zulke
afmetingen hebben kunnen aannemen, als het kwaad ook niet
in de boezem van het Opperbestuur in Holland zelf had ge
woekerd. Hoe dikwijls werden niet verarmde vrienden en
familieleden naar Indië in goede betrekkingen gezonden om
maatschappelijk weer op de been te komen en hoeveel eigen
belang deed in Holland niet het oog dicht knijpen voor be
nadeling der Compagnie. Hoe kon men zich bij een dergelijke
stand van zaken keren tegen verrijking van verscheidene
hoge Compagnie's dienaren in Indië. Uitzending van Com
missarissen-Generaal bracht geen verbetering. Tegen de inter
nationale verwikkelingen, in het bijzonder tegenover Engeland,
stond men door de algemene verwaarlozing der Compagnie's
zaken, vooral op maritiem gebied, weerloos. Door de steeds
hogere schulden, werd de invloed van de Staten Generaal gro
ter. Op 24 December 1795 werd de Vereenigde Oost-Indische
Compagnie vervangen door een „Committee tot de zaken van
den O.I. handel en bezittingen". Dit „Committee tot de
zaken" heeft weinig tot stand gebracht.
De denkbeelden der Franse revolutie, die in Nederland ingang
hadden gevonden, drongen ook tot Batavia door. Een groot
aantal burgers en compagnie's dienaren bood op 5 December
1795 te Batavia aan de Hooge Regeering een adres aan, hou
dende verzoek tot wijziging van en aandeel in het bestuur.
Door intriges van de regeringskliek, werd met dit adres
practisch niets bereikt. Na de instelling der Bataafse Repu
bliek in Nederland, bleek de moeilijkheid de republikeinse
beginselen in de koloniën toe te passen. Het octrooi der Oost-
indische Compagnie werd. door art. 247 der Bataafse Repu-
89