Inderdaad heeft Van Imhoff verschillende goed bedoelde
maatregelen op bestuurlijk, economisch en justitieel gebied en
ten aanzien van de landsverdediging getroffen. Wilde Van
Imhoff misschien te veel tegelijk, was hij wellicht te haastig
en soms niet voldoende beheerst, hij had in menig opzicht een
ver vooruitziende blik. Dat hij niet slaagde, ligt waarschijnlijk
voornamelijk aan de houding van het almachtige opperbestuur
in Nederland, dat zeker niet rijp was de bakens te verzetten
en niet in staat door algehele reorganisatie de Compagnie te
redden. Dat Van Imhoff na zijn dood honend de „Versteller"
gescholden werd, is stellig misplaatst.
Behalve door de maatregelen ten aanzien van de waterstaat
kundige en hygiënische toestand van Batavia en met betrekking
tot het onderwijs, welke reeds in het vorige hoofdstuk ge
noemd werden, heeft Van Imhoff zich voor Batavia o.m. ver
dienstelijk gemaakt door de oprichting ener Bank van Lening
en stichting van het eerste postkantoor. Verder gaf hij blijk
van begrip voor het belang van een geregelde nieuwsversprei-
ding door in Februari 1745 voor drie jaar octrooi te verlenen
aan „den eersten clercq ter generaale secretarije, Jordens, tot
het instellen, drucken en uitgeven der Batavia'se Nouvelles".
Van Imhoff's vrije opvattingen over de nieuwsverspreiding
konden echter niet de instemming van het Opperbestuur in
Holland verwerven: Heeren Zeventien verboden de Batavia'se
Nouvelles.
Belangrijk voor de ontwikkeling van de omgeving van Ba
tavia was, dat Van Imhoff een voorstander bleek van uitgifte
van landerijen met heerlijke rechten. Hij trachtte daarmede
de Europese landbouw te bevorderen. Dit streven bracht Van
Imhoff er toe, voor te stellen, dat aan de Gouverneur-Gene
raal werd geschonken „een gedeelte landstreek ten westen van
de grote rivier aan den voet van de Salak, zich strekkende
tot de rivier de Tangerang, zijnde een gedeelte van Kampong
Baroe; met dien verstande echter, dat deze donatie zou plaats
hebben aan hem, Van Imhoff, als Gouverneur Generaal en zijn
zijn opvolgers in officie, onder de clausule de non aliendo". Hij
gaf er de naam Buitenzorg aan. Na aanvankelijke tegenstand,
trok het Opperbestuur in Holland deze clausule zelfs in en
88