glazen roemers, kelken, fluiten en pimpeltjes, kleine glaasjes, versierd met knopjes. De hoekkast met glazen deuren treft men te Batavia eerst omstreeks 1750 aan. Uit het kabinet ontwikkelde zich op de duur de ecritoire of schrijflessenaar (afb. 32). Later kwam ook de secretaire, die naar voren of naar achteren kon openslaan (gelijkenis met schrijftafel) in zwang. Maar ook de kist bleef in gebruik, doch nu meestal in kleiner formaat als documentenkistje en geld kistje, gewoonlijk eenvoudig afgewerkt met koper beslag en als medicijnkistje. Bij het luxueuser worden van het leven, kreeg vooral de huisvrouw de beschikking over rijk uitge voerde sierkistjes, vaak met zilver-, ja soms met goudbeslag en ook wel opgelegd met ivoor ten gebruike als sirihkistje (de dames waren vooral verzot op de Indische gewoonte van sirih- kauwen), juwelenkistje, schrijfkistje (draagbaar kabinet) en sleutelkistje. Daarnaast kan nog genoemd worden het trik- trakkistje, waarin een spel met schijven geborgen was. In de achttiende eeuw, toen er vaak burgers waren, die veel geld in huis hadden, kwam de smeedijzeren geldkist in ge bruik. Nog veiliger waren ingebouwde kluizen van zware blokken Cormandelsteen met een ijzeren deur. De sloten van deze geldkisten en kluizen waren meesterstukken van sloten- makerswerk, met allerlei geheimpjes en zeer grote sleutels. Tot de kleine, makkelijk verplaatsbare, meubels behoorden de bijbelknapen, waarop de zware Statenbijbel lag (meestal een van de weinige boeken, die men in huis had), kandelaarkna pen, kwispedoorknapen nodig in verband met het sirih- kauwen en pruikeknapen (zie vignet bij Hoofdstuk IV). Men kan zich nu nauwelijks meer voorstellen, dat men in een tropisch klimaat pruiken kon dragen! Maar de heren hadden opgevouwen in hun zak een luchtig mutsje bij zich, dat in de plaats kwam van de pruik, zodra men op zijn gemak was gekomen, nadat de eerste plichtplegingen bij een bezoek achter de rug waren. Ook de degen werd dan afgelegd en de zware lange rok uitgetrokken, waaronder een borstrok werd ge dragen, welke sedert omstreeks 1700 vaak met brillanten ver sierd was. 78

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1954 | | pagina 81