Portugezen, onder wie de oud-Gouverneur Dom Luiz Martin de Sousa Chichorro met zijne echtgenote Dona Maria de Silva aan die gracht gehuisvest werden. De westzijde van Roea Ma- laka was het deftigst. Er waren daar erven, die tot de Spin huisgracht doorliepen. Ook de Kaaimansgracht was fatsoenlijk, hoewel een gedeelte werd ingenomen door stallen en koets huizen van percelen aan de Tijgersgracht oost. Ook had het zuidelijk deel van de Kaaimansgracht uitzicht op het am- bachts- en slavenkwartier. De straten waren minder in aan zien dan de grachten. Zij waren uiteraard ook minder breed. Beschouwen wij verder weer de openbare gebouwen. In het vorige hoofdstuk spraken wij reeds over de bouw van het Stadhuis. In 1706 werd besloten tot verbouwing. Dit ge schiedde zo grondig, dat feitelijk een nieuw gebouw ontstond. Later werden nog weer wijzigingen aangebracht: Het grote boograam, dat op een tekening van Rach (afb. 11) te zien is boven de hoofdingang, werd later vervangen door twee recht hoekige kruisramen, gelijk aan die, welke zich terzijde van het boograam bevonden. Inderdaad een architectonische ver betering. Het monogram der Compagnie en het stadswapen, welke naar het schijnt in 1830 nog de gevel van de midden bouw sierden, alsmede de Hollandse leeuw met pijlen, zijn thans verdwenen. Het beeld der gerechtigheid, dat in een nis boven het boograam stond, werd op het fronton gezet. Dit fronton werd van boogvormig, driehoekig gemaakt (zie vignet boven dit hoofdstuk). Het vóór de hoofdingang gelegen smalle bordes werd, ten behoeve van het houten schavot, in de jaren 1801-1802 vervangen door een veel dieper. De middenbouw bevat op de verdieping een ondiep, nogal breed vertrek, waar schepenen in groot ornaat voor de vensters zetelden, wanneer de sentientiën werden voorgelezen aan de veroordeelden, die op het bordes met hun gezicht naar het stadhuis waren opge steld. Vervolgens konden schepenen vanuit evengenoemd ver trek, dat „Balkon" genoemd werd, de executie der vonnissen volgen, welke voltrokken werden aan de veroordeelden, die te voren in de kelderachtige gevangenisruimten van het stadhuis hadden gezucht. Enerzijds was de periode, welke in dit hoofd- 69

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1954 | | pagina 72